Geschiedenis schrijven als recreant
Het was zondagavond laat. Ik zat op de bank naar herhalingen van het 'NOS Journaal' en 'Studio Sport' te kijken. Ik zag renners onderuit gaan op de gladde kasseien, ergens tussen Parijs en Roubaix. En voor de twintigste keer die dag kwam Jimmy Muindi als winnaar van de Rotterdam Marathon over de streep.
Mijn gedachten dwaalden af. Zou het niet ultiem zijn om volgend jaar als recreant geschiedenis te schrijven? Ik stelde me voor dat ik vanaf maandag zou stoppen met roken en starten met lopen. Alle andere beslommeringen zou ik van me afzetten en het jaar zou volledig in het teken staan van de marathon.
Twaalf maanden van noeste training zouden erin resulteren dat ik al voor de Erasmusbrug alle Kenianen voorbij was. Bij de markering van de vijftiende kilometer raakten de commentatoren op televisie welhaast in extase over die recreant met rugnummer 5036. "Hij is op weg naar een nieuw wereldrecord," schreeuwden ze.
Terwijl ik onder de kubuswoningen doorliep en de Blaak opdraaide, spatte de verzamelde menigte nagenoeg uiteen van opwinding. In de verte hoorde ik het geluid op de Coolsingel aanzwellen. Tijdens mijn laatste meters kwam de stem van de speaker niet eens meer boven het gejuich uit. Op de klok stond twee uur en vijf minuten.
Ik zapte naar Discovery, waar een documentaire over demonen bezig was en stak een peuk op.
0 Reactie(s):
plaats een reactie
<< Home