De weblog met de positieve vibes!

18.5.05

Geroosterd vlees op stokjes

Het busstation bruiste van energie. In de aanzwellende hitte stonden zeker twintig afgeragde bussen te wachten voor vertrek. Op het centrale plein was het een komen en gaan van mensen. Niet alleen passagiers, maar vooral ook straatverkopers. Sommigen droegen handen vol horloges, anderen probeerden het met wat schamele pakjes kauwgum. Het waren vooral jonge Lao - meest meisjes van een jaar of zestien - die met slechts een enkele fles water in een plastic zakje liepen te venten.

Het leek een mierenhoop. Op het eerste gezicht een ondoorgrondelijke bende. Daar stonden we dan met onze enorme tassen, het zweet van onze voorhoofden wissend, gadegeslagen door nieuwsgierige locals. Ik keek om me heen of ik ergens een bord kon ontwaren dat op de verkoop van kaartjes wees. De aanduiding 'planning office' kwam het dichtst in de buurt. Door de schuifdeur stapte ik naar binnen in een kantoor dat heerlijk koel was door de airco die op volle kracht blies.

"Sabaidee," zei een vriendelijke man. Ik groette terug. "Hoe laat gaat de volgende bus naar Vang Vieng?" vroeg ik in het Engels. "Om één uur," antwoordde hij. Ik bedankte en liep naar buiten, waar Miriam nog bij onze bagage stond te wachten. "We moeten twee uur wachten," zei ik. Ze knikte en we zochten en plekje in de schaduw op één van de bankjes op het midden van het plein. Links van mij zat een jonge monnik. Ik lachte en zei gedag. Hij lachte terug. Miriam bladerde in haar boek.

Ik besloot nog even op nader onderzoek uit te gaan en vond al snel een politieagent. Hij leunde relaxed tegen een pilaar. Op zijn hoofd een platte pet met een indrukwekkend glimmende badge. "Where does the bus to Vang Vieng leave?" vroeg ik. Hij wees over mijn schouder. "The yellow one," zei de agent. Ik bedankte hem hartelijk en liep naar de plek die hij had aangeduid. Met handen en voeten maakte een meisje voorin me duidelijk dat het vertrek al om half twaalf gepland stond.

Onze tassen werden op het dak gehesen. Het gangpad van de bus lag inmiddels vol met enorme zakken rijst en in het bagageruim werden zakken vol groenten en kruiden gepropt. Onderweg stopten we verschillende keren om nieuwe passagiers op te pikken. In een dorpje halverwege de reis werd de bus bestormd door vrouwen met geroosterd vlees op stokjes en zakjes cola met een rietje. Door de open ramen probeerden ze hun waar aan de man te brengen. De jongen naast mij kocht wat te drinken.

Toen we na bijna vier uur eindelijk arriveerden, waren we plakkerig van top tot teen. Bij een stalletje aan de kant van de weg aten we heerlijke 'flied lice' met kip. Ik spoelde het eten weg met een koud blikje 'Beerlao'. Voor de 'Tuk-tuk' naar onze bugalow betaalden we zeker vijfduizend KIP te veel. "Thank you very much," zei de bestuurder toen ik hem het geld overhandigde. De koude douche die we namen voelde als een weldaad. Het uitzicht op de rivier vanaf de veranda maakte alles weer goed.

[Zie ook: Dossier Laos]