Stiekem hopen op een faillissement
"De meeste mensen zouden het heerlijk vinden," zei mijn vader door de telefoon in reactie op mijn chagrijnige verhaal. Welbeschouwd klonk het natuurlijk ook vreemd: we moeten een dag eerder op vakantie en daar baal ik van. Toch was ik meer de wanhoop nabij dan dat ik enige vorm van genoegden voelde. Mijn strak geplande schema was in één klap waardeloos.
Een half uur eerder had Miriam aan de telefoon gehangen. "We kunnen maandag niet vliegen," zei ze. "Ik ben net gebeld door het reisbureau met de vraag of we zondag al willen vertrekken." Het angstzweet brak me uit bij de gedachte alleen. Ik zag mijn lijst met 'things to do' in gedachten haarscherp voor me. "Vraag of we dinsdag kunnen," riep ik.
Uiteindelijk werd het toch zondag. Meer dan een dag vroeger dan aanvankelijk gehoopt. Eerst vermoedden we nog een overboeking van het vliegtuig, maar vanochtend drong de ware reden door. De luchtvaartmaatschappij staat op klappen. Bijna alle vluchten zijn afgelast. Stiekem hoopte ik even dat het faillissement nog voor zondagavond een feit zou zijn. Zou niet slecht uitkomen.
[Zie ook: Dossier Bolivia]
0 Reactie(s):
plaats een reactie
<< Home