Eilanden omringd door riffen
Zolang je met je rug naar de stad staat, met je neus in de frisse zeewind en je ogen gericht op de einder, is Semporna prachtig. De groenbegroeide bulten van kalksteen die de horizon sieren zijn de eilanden die het gebied zo bijzonder maken. Sipidan, Mabul, Kapalai. Het zijn de exotische namen die horen bij deze kleine stipjes in zee. Eilanden omringd door riffen, die met name op duikers een magische aantrekkingskracht uitoefenen.
Oorspronkelijk is dit gebied de thuishaven van de Bajau, een zeenomadenvolk. Inmiddels zwerven zij niet meer over het water, maar hebben ze het vasteland als uitvalsbasis. Hun huizen nog wel op palen, als een soort compromis. Het varen zijn ze overigens nog niet verleerd. Nog altijd leven ze van hetgeen de zee hen biedt. In hun zogenoemde 'lepaboten', die wel wat weg hebben van een catamaran, trekken ze er dagelijks op uit.
Het plaatsje zelf, gelegen in het zuidoosten van Sabah, is stoffig en weinig pittoresk. Arm vooral ook, in vergelijking met wat ik tot nu toe op Borneo zag. Bedelende kindertjes. Heel even leek het of ik zelfs terug was in Cambodja, terwijl ik na een tergende busrit probeerde bij te komen op het terras van een lokaal restaurant. Rijst met ikan goreng en cola, terwijl elke hap werd gadegeslagen door iets vochtige bruine ogen. Een weinig geslaagde exercitie.
Terwijl ik het beeld probeerde uit te bannen, mijn blik weer in de verte op het azuurblauw van de Sulu Zee, haalde ik nog eens diep adem. Semporna is prachtig. Met je rug naar de stad.
[Zie ook: Dossier Maleisiƫ]
0 Reactie(s):
plaats een reactie
<< Home