Twintig varkens en zestig kippen
De weg van Banaue naar Sagada is op de meeste plaatsen niet meer dan een glibberige 'dirtroad' met metersdiepe kuilen waarin het water tot de rand staat. Het feit dat de bus die deze lijndienst onderhoudt nog net niet uit elkaar valt van ellende, waardoor je bij voortduring bidt dat de remmen het niet zullen begeven, maakt de route bepaald niet geschikt voor mensen met een zwakke maag of een verhoogde bloeddruk. De afgrond ter linkerzijde is namelijk loodrecht en eindigt zo'n vijftienhonderd meter in de diepte.
Eén verkeerde stuurbeweging zou waarschijnlijk al fataal zijn, waarbij het feit dat de chauffeur zijn ogen nauwelijks op de weg houdt en vooral bezig lijkt met het prepareren van zijn betelnoten, weinig bemoedigend werkt. Betelnoten zijn hier trouwens sowieso een eerste levensbehoefte en de straten kleuren dan ook letterlijk rood van het residu dat hele legers Filippino's bij voortduring uitspugen. Maar dat verder geheel terzijde.
Los van het dreigende onheil, is de rit naar Sagada wonderschoon. Het uitzicht over de wijdse valleien, het ononderbroken groen dat de hellingen drapeert, de terrassen met rijst en andere gewassen, het werkvolk dat de velden ruimt, de pittoreske dorpjes, de rivieren die in de diepte een weg naar zee zoeken, de zon die tracht door de laaghangende bewolking heen te prikken, de mannen met kapmessen die sjokkend door de berm op weg zijn naar onbekende bestemmingen.
Sagada zelf stelt al evenmin teleur. Het woord 'relaxt' is hier vermoedelijk uitgevonden. Het dorpje is vooral bekend vanwege de opmerkelijke doodscultuur die hier al eeuwen wordt aangehangen. Als je familie twintig varkens en zestig kippen offert, krijgen je aardse restanten een eersteklas rustplek. In een kist die hangt aan de steile kliffen. Dichter bij God kun je volgens de 'locals' niet komen. Misschien dat die gedachte de gemiddelde buspassagier zo rustig houdt. Maar het kunnen ook de verdovende betelnoten zijn.
[Zie ook: Dossier Filippijnen]
0 Reactie(s):
plaats een reactie
<< Home