De weblog met de positieve vibes!

9.10.09

'Waar wil je dat ik bij help?'

Ter introductie meld ik voor de goede orde en vooral voor mensen die dat nog niet wisten, dat ik sinds enkele maanden ongeveer de helft van de week in Amsterdam woon. Toen ik vanmiddag mijn hoofdstedelijke fiets thuis parkeerde, stapte een wat schichtige jongen op mij af. Hij zag er op zich verzorgd uit, maar zijn ogen hadden iets paniekerigs. Hij bleek bovendien ook flink te stotteren.

“Meneer, m-m-mag ik u wat v-v-vragen?” worstelde hij zich door zijn openingszin. Ik knikte hartelijk en voegde hem een welgemeend klinkend ‘natuurlijk’ toe, hoewel ik zeker wist waar dit gesprek naartoe zou gaan. Of ik een paar euro had ter oplossing van een ongetwijfeld zeer gecompliceerd probleem. Zo ging het immers altijd. Maar ik wilde hem niet direct afserveren, nieuwsgierig ook naar wat hij had bedacht.

“Ik b-b-ben mijn p-p-portemonnee kwijt en nou kan ik n-n-niet met de b-b-bus en de t-t-trein. En ik zit op het M-m-mercatorplein op school. M-m-maar ik moet naar U-u-utrecht, want mijn n-n-neef… En nu heb ik een p-p-probleem en ik weet echt niet hoe ik het moet o-o-oplossen. W-w-want mijn abonne… a-a-abonnem-m-ment zat ook in mijn p-p-portemonee. En die is w-w-weg!”

Hij ratelde nog op volle snelheid toen ik mijn hand opstak om de jongen tot stilte te manen. Het werkte. Zijn performance was niet al te sterk en ik vond het hoog tijd dat hij eens ‘to the point’ kwam. Dus vroeg ik hem, overtuigd als ik was dat zijn verhaal op een donatieverzoek zou uitdraaien, op de man af: “Waar wil je dat ik bij help?” Ik haalde vast adem om zijn verzoek af te wijzen, toen hij me compleet verraste:

“Ik w-w-wil geen g-g-geld of zo hoor! Maar k-k-kunt u me even n-n-naar Utrecht brengen?” Met zijn handen voor zich bootste hij een stuurbeweging na. De knuisten keurig op tien voor twee. Ik was even met stomheid geslagen, maar al snel vooral blij dat ik naar eer en geweten kon melden dat ik noch een auto, noch een rijbewijs bezat. “G-g-geeft n-n-niks hoor,” riep de jongen me nog toe. “G-g-geeft niks!”