Angstzweet versus regulier transpiratievocht
Hanoi, het klink alleen al zo heerlijk. En het is nog een boeiende stad ook bovendien. Op en top Aziatisch, met de gekte en de geuren die daarmee onlosmakelijk verbonden zijn. En toch met een zekere gratie. Dat geldt althans voor het oude gedeelte, dat nog de koloniale sfeer ademt van weleer. Geen hoogbouw hier, wel prachtige panden uit de tijd dat de Fransen nog de dienst uitmaakten. Panden in lichtelijk vervallen staat uiteraard. Een verfje her en der of een nieuwe pleisterlaag zou in elk geval geen kwaad kunnen. En tegelijk is dat vervallene ook weer de charme. Het tekent de complexiteit van deze regio, waar twee werelden steevast samenkomen.
En waar in Amsterdam fietsers de dienst uitmaken, zijn dat in Hanoi de brommerrijders. Ze vormen een welhaast onverslaanbaar volksleger en ze stoppen voor niets en niemand. De straat oversteken is hier een vak apart. De beste tip die we kregen is om het in slowmotion te doen. Geef brommers de kans om voor jou uit te wijken, in plaats van andersom. Het blijkt te werken, al kan ik niet ontkennen dat het regelmatig als een kamikazeactie voelt. Gelukkig is het angstzweet niet te onderscheiden van het reguliere transpiratievocht dat hier vanwege de hitte rijkelijk vloeit. Want ja, het is warm. Heet zou ik het zelfs willen noemen. Zozeer dat ik Miriam zelfs aanspoor om haar tijd te nemen in kleding- en schoenenwinkels, om zelf maar te kunnen genieten van de weldadige koelte die er uit de airco's stroomt.
Het oude deel van Hanoi bestond oorspronkelijk uit zesendertig straten. Zesendertig straten die ieder toebehoorden aan een lokaal gilde. Dat zie je vandaag de dag nog terug in de namen - zo is er een Katoenstraat, een Leerstraat, een Kippenstraat, een Zoete Aardappelstraat en zelfs een Drum-, Borstel- en Weegschalenstraat - en hoewel veruit de meeste gildes inmiddels niet meer zijn, heeft een aantal straten nog steeds de uitstraling van toen. In de Schoenenstraat stikt het nog steeds van de zaken die schoeisel proberen te slijten en in de Bamboestraat kun je nog steeds volop bamboe vinden. Wij zitten in de Uienstraat, Pho Hang Hanh in het Vietnamees. Overigens geen ui meer te bekennen hier.
Hotel Imperial waar we slapen is een heerlijke 'getaway', die al net als de rest van oud-Hanoi best een verfje kan gebruiken. Aan de buitenkant dan, want van binnen is het eigenlijk pure weelde. De teakhouten vloeren, de art-decolampjes naast het bed. We hebben zelfs een bubbelbad. En ach, de buitenkant. Die is in Aziƫ sowieso minder belangrijk dan bij ons. Als 'ie je uberhaput al opvalt. Want de ingang wordt geblokkeerd door - jawel - geparkeerde brommers. In overvloed.
Hanoi. Hmmm, klink heerlijk. En dat is het ook.
[Zie ook: Dossier Vietnam & Laos]
0 Reactie(s):
plaats een reactie
<< Home