Berenburg en appeltaart bij Vlietzicht. De bevroren Lions die ze ooit verkochten, zijn nu Marsen. Verder is het of de tijd heeft stilgestaan.
Linksaf de Vliet op. De geschoren rietkraag langs de oevers schittert in het licht van de laagstaande winterzon. Tegen een strakblauwe hemel tekent zich in de verre verte het silhouet van Maasland af. Ik vlieg. Kggggggggr, kggggggggr, kggggggggr. Het vertrouwde geluid van mijn ijzers.
En dan is er na het keerpunt opeens die wind. De wind die ik was vergeten, maar die er vroeger ook al was. En altijd op de weg terug. De spieren in mijn bovenbenen protesteren. Door de pijn heenrijden, hou ik mezelf voor.
Het is een soort reis door de tijd. Vanaf het moment dat ik mijn veters strik op een aanlegsteiger in de Vlaardingse Vaart en voel hoe de bloedbanen in mijn voeten worden afgekneld, tot het moment dat ik terugfiets naar huis met een klamme rug, tintelende wangen en pap in de benen.
Na tien jaar weer op de schaats. Blijkbaar had ik het gemist…