De weblog met de positieve vibes!

28.11.07

Gevalletje Rijdende Rechter

India staat in de planning. Over minder dan een maand. Begin deze week kocht ik de tickets. Dacht ik tenminste. Want uiteindelijk zit ik nu met een terugreis van Goa naar Amsterdam, maar geen heenreis! Het laatste woord tussen de ticketverkopers en mijzelf is daarover nog niet gesproken. Want ook de vlucht van Amsterdam naar Jaipur was door mij keurig bevestigd en betaald.

Het draait allemaal om het tarief. Dat zou op het moment van boeken niet meer beschikbaar zijn geweest. Ik zou zeggen: zet het dan niet op je website, zodat mensen als ik er ook niet mee akkoord kunnen gaan. Maar de ticketverkopers zien dat anders en wassen hun handen vooralsnog in onschuld met de mededeling dat ze het door mij afgerekende bedrag inmiddels netjes hebben teruggestort.

Daar ben ik mooi klaar mee! Niet dus. Een gevalletje Rijdende Rechter lijkt het te gaan worden...

[Zie ook: Dossier India]

27.11.07

Dossier India

07/01/08
Een wereld op zich

04/01/08
Het is een soort porno

02/01/08
Lokale vissers glijden voorbij

29/12/07
De geur van gedroogde pepers

27/12/07
'Where you go?'

24/12/07
Vuilnisbakken zie je nergens

22/12/07
'Ninety-nine procent crazy driver'
Direct al in de val

19/12/07
Systematisch uitgelegde was

18/12/07
Een maagdelijke ijsplaat

16/12/07
'Ze houden niet zo van publiciteit'

11/12/07
Visum, vaccins en nog een vlucht

03/12/07
Alsnog een betaalbare heenreis

28/11/07
Gevalletje Rijdende Rechter

26.11.07

'Joe laaik Sjanghai?'

We vormden een bont een gezelschap, met z'n vieren op het Rotterdamse Kruisplein. Ik sjokte voort met drie zeevarende Aziaten in mijn kielzog. Eén van hen had me voor de ruïnes van de Pauluskerk aangesproken in nagenoeg onverstaanbaar Engels. Uiteindelijk wist ik te achterhalen dat de jongeman op zoek was naar een mogelijkheid om geld te wisselen. Ik wees in noordelijke richting. Naar de bouwput voor het centraal station. "GWK," zei ik in het Engels. Een vragende blik. "You can walk with me," vervolgde ik hartelijk. Ik moest toch naar de trein en een daad van acute naastenliefde als monetaire gids leek me positief voor het imago van de Nederlander in het algemeen. Maar de jongen begreep me niet. Met handgebaren wist ik uiteindelijk mijn goede bedoelingen duidelijk te maken.

Dus daar liepen we. De Aziaat die me had aangesproken pal naast me en op enkele meters afstand een ietwat corpulent exemplaar en diens directe tegenhanger, een scharminkelig mannetje in een blauwe overall die onder de smeervlekken zat. De bootsman zo leek me. Omdat we zeker vijf minuten voor de boeg hadden, probeerde ik – tegen beter weten in wellicht – alsnog een praatje aan te knopen. "Where do you come from," trapte ik de eerste open deur in. Opnieuw een vragende blik, die me deed overschakelen op wat ik maar even baby-Engels noem. Eenvoudige zinnen, zonder enige vorm van accent. Zo Nederlands mogelijk uitgesproken eigenlijk. "Wer doe joe kom from?" herhaalde ik.

Het werkte! "Sjanghai," zei de jongeman, duidelijk opgetogen dat we verbaal contact hadden gemaakt. Ik knikte instemmend. "Sjanghai," zei ik bewonderend. "Ent joor frents?" Opnieuw herkenning. Hij wees naar de goedige dikzak en zei met een iets misprijzende ondertoon: "Mongolia". Het was duidelijk dat dit uitgestrekte steppegebied minder hoog stond aangeschreven dan de wereldstad waar hij zelf vandaan kwam. Maar het kon nog erger, want met een vertrokken gezicht wees hij vervolgens naar de bootsman in de blauwe overall, om een hooghartig "Bangladesh" uit te stoten. Daar wilde je blijkbaar nog niet dood worden gevonden als Chinees. Bangladesh is alles behalve het beloofde land, zoveel was duidelijk.

"Shanghai," mijmerde ik hardop. "I almost went there last summer." Om mezelf direct te corrigeren: "Aai mien, aai olmoost koo to Sjanghai dis sammer. Olmoost!" De jongen lachte breed. "Joe ko Sjanghai dis sammel?" vroeg hij in nog cryptischer Engels dan het mijne. Direct had ik spijt van mijn openhartigheid. "Noo," probeerde ik uit te leggen, "aai plent toe koo toe Shanghai, bat aai dit not. Olmoost!" De boodschap kwam niet over. "Joe laaik Sjanghai?" vroeg de Chinees. "Mie noo koo toe Sjanghai," hoorde ik mezelf roepen. "Sjanghai fellie koet," riep mijn gezelschap op zijn beurt enthousiast. "Joe laaik Sjanghai?" drong hij aan. Ik zwichtte. "Jes, Sjanghai kreet! Is bjoetifoel sittie! Aai lof Sjanghai!"

De rest van ons loopje simuleerde ik een telefoongesprek om verdere misverstanden te voorkomen. "Ik loop hier met een stel Chinezen door Rotterdam te sjokken en het is geweldig," zei ik tegen mijn imaginaire gesprekspartner. "We hebben het ontzettend leuk, onder meer met intelligente gesprekken over Sjanghai." De jongen naast me reageerde direct. "Sjanghai fellie koet," schreeuwde hij richting mijn telefoon...

'Niet goed voor je bloeddruk'

Vloekend en tierend. Dat lijkt me de juiste omschrijving. Het was zondagavond, maar mijn taalgebruik was alles behalve vroom. Ik baalde dan ook als een stekker dat mijn fiets voor de derde keer dit jaar was ontvreemd. Op min of meer klaarlichte dag. In een relatief druk stationsgebied. Ondanks meerdere sloten.

Terwijl ik op een kansloze missie zowel de rekken buiten als binnen aan een grondige inspectie onderwierp, in de hoop alsnog mijn rijwiel terug te vinden, viel me na een enige tijd de verschijning van een enorme Kaapverdiër op. Hij bewoog synchroon aan mij op enige meters afstand. Ik draaide me om en keek hem vragend aan.

"Mijn fiets is ook gestolen," zei hij op een berustende toon. Ik was een kort moment verward, omdat die toon zo detoneerde met mijn eigen gemoedstoestand. Maar niet veel later vervolgde ik alsnog mijn tirade. De jongen schudde daarop meewarig zijn hoofd en voegde me toe: "Dat is niet goed voor je bloeddruk, meneer."

En hij had natuurlijk gelijk. De diefstal was een voldongen feit en het had bepaald geen zin om me er buitengewoon druk over te maken. Lopend richting de taxistandplaats, kalmeerde ik dan ook al in hoge mate. Een kalmte die zeker tot de volgende middag aanhield. Precies veertien uur en zes minuten later.

Toen stapte ik de enorme fietsenwinkel aan het Rotterdamse Oostplein binnen, zocht het goedkoopste modelletje zonder poespas en toog naar de kassa. "Mag ik uw postcode en huisnummer?" vroeg de winkelbediende. Om na het intikken van de combinatie in zijn systeem opgetogen te roepen: "Zo, dat wordt een mooi jaar voor ons. Daar bent u alwéér!"

Een kolkende mensenmassa

Ik was een weekendje in Keulen. Nietsvermoedend een hotelletje geboekt voor de nacht van zaterdag 10 op zondag 11 november. Prachtige locatie. Letterlijk op het Domplein, met die enorme kerk waar de stad zo beroemd om is. Hotel Dom heette het etablissement. Duidelijker kon niet en er was niets aan gelogen. Je zit er bijna ín de kerk.

Rond kwart over acht op zondagmorgen ontwaakte ik uit een droom over Dennie Christian. Op zich al vreemd. Ik keek dan ook verward om me heen. Met name omdat ik vrij zeker wakker was, maar tegelijk nog altijd schlagers hoorde. Bijzonder luid en duidelijk zelfs. Verdwaasd schoof ik de gordijnen open.

Het Domplein bleek een kolkende mensenmassa. Ze zwermden uit alle richtingen toe en werkten zich door de striemende regen naar het centrum van de stad. Ik zag elfjes, beren, cowboys, piraten, heksen en vooral belachelijk veel clowns. De muziek kwam van een podium net om de hoek.

Iedereen was aan het bier, merkte ik op. Halve liters. Sommige elfjes bewogen zich ondanks het vroege tijdstip al vervaarlijk slingerend voort. Toen ik – nog ongewassen en ongeschoren – polshoogte wilde nemen en de deur van de hotelkamer opentrok, liep ik recht in de armen van Prins Carnaval.

De elfde van de elfde. Als Rotterdammer sta je daar natuurlijk geen moment bij stil. Maar wat een bizarre vertoning...

Brandweersirenes in de verte

Al weken zit ik te zwoegen op de montage van een pilot die we een dikke maand geleden opnamen. Het wordt geweldig, maar het is tevens een lijdensweg. Terwijl ik weer eens een nacht doorhaalde, verbaasde ik me over het feit dat ik al urenlang politiesirenes hoorde in de verte. Of brandweer. Ik besloot op Teletekst te kijken of ik een ramp had gemist, maar kon niets vinden. Een snelle blik op het ANP-net leverde ook al geen resultaat op. Het was vier uur 's nachts en ik stak mijn hoofd om de schuifpui, met name benieuwd of het geluid uit de richting van het havengebied kwam. Met de Europoort binnen handbereik ligt een calamiteit immers altijd op de loer. Maar tot mijn verbazing was het opeens volledig stil. Toevallig, maar niet ondenkbaar, bedacht ik. Het gevaar was blijkbaar geweken.

Terug achter mijn editset hoorde ik opnieuw sirenes. Dus liep ik een tweede keer naar de schuifpui, om deze te openen op een flinke kier en te constateren dat het geluid alweer op slag was verdwenen. Tot ik achter mijn beeldscherm zat en toch echt sirenes hoorde.

Het duurde nog enige tijd en ettelijke loopjes voor ik er achter kwam dat de externe harde schijf waarop ik werkte een lichte trilling overbracht op het mahoniehout van de tafel waaraan ik werkte. Het klonk precies als brandweersirenes in de verte. Of politie.

Ik was vooral opgelucht dat ik niet naar het alarmnummer had gebeld.

Betrekkelijke eenzaamheid

Prachtige documentaire! Over de spankelende Valentijn. Een meisje gevangen in een jongenslichaam. Het programma, gemaakt door een voormalig Nova-verslaggeefster, biedt een uniek inzicht in de gecompliceerde leefwereld van iemand die niet is wat zij wil zijn. Hetty Nietsch volgde Valentijn jarenlang, waardoor een schitterend document is ontstaan.

Ronduit tragisch vond ik de scène waarin twee vriendinnetjes van Valentijn vertellen dat zij uiteindelijk toch geen meisje voor hen is. De dames zijn een jaar of veertien op dat moment, meen ik. Pubers met verliefdheden en veranderende lichamen. Opeens blijkt er toch een wereld van verschil tussen meisjes en jongens. Zelfs tussen meisjes en jongens die eigenlijk meisjes willen zijn. De betrekkelijke eenzaamheid die dat besef bij Valentijn teweeg moet hebben gebracht, trof me. Vooral omdat ze zo ontzettend leuk is.

De opnames van Nietsch zijn inmiddels gestopt. Valentijn heeft er na al die jaren geen zin meer in. Begrijpelijk. Maar wel heel erg jammer. Ik hoop dat ze uiteindelijk tot inkeer komt.

Voor wie de documentaire niet heeft gezien: Kijk via Uitzendinggemist.nl, trefwoord 'Valentijn'.

Gezellige verhalen schrijven

Ik heb het zo idioot druk gehad de laatste weken, dat voor slapen vaak niet eens genoeg tijd bleek te zijn, laat staan voor gezellige verhalen schrijven. Graag wil ik iedereen die mij – al dan niet in combinatie met dreigend taalgebruik – de afgelopen weken heeft aangespoord om mijn leven weer eens met de buitenwereld te delen via deze weblog, hartelijk bedanken. Ik ben weer terug!