De weblog met de positieve vibes!

31.12.08

Van een cassettebandje geplukt

Wat een vervelend, betweterig mannetje! Met dat zelfingenomen toontje dat ik veel te goed ken, maar een manier van praten die me eerlijk gezegd was ontschoten. Een vreemd timbre. Kort, iets staccato, bijna afgemeten. Tak-tak-tak. In ieder geval té interessant.

Op de valreep van het oude jaar krijg ik van radiocollega Rob van Delft een audiobestand toegestuurd. Van een cassettebandje geplukt, zo schrijft hij. Het jaar is 1995. Een uitzending op de Rijswijkse lokale omroep, gepresenteerd door Rob en Ruud. Met een beller, ik.

Het hele voorval was me natuurlijk al lang en breed ontschoten. Veertien jaar na dato. Wat wil je? Maar vanaf de eerste woorden staat alles weer kraakhelder op het netvlies. Ik zie mezelf prompt zitten met zo´n ouderwetse, vaste PTT-telefoon. Grijs en robuust. Kringeldraadje. Draaischijf. Als je er te lang mee belde stonden de gaatjes van het luisterdeel in je oorschelp geprint.

Het telefoontje is naar aanleiding van een nare opmerking door één van de presentatoren over NCRV-coryfee Gregor Bak. Die is op dat moment samen met Minoesch Jorissen te zien in het eerste seizoen van een - overigens bijzonder goed bekeken - tv-quiz voor middelbare scholieren. Schoolstrijd. Het programma heeft ook een voice-over in beeld. U raadt het al, dat ben ik zelf.

Voor de duidelijkheid: met het feit dat ik de behoefte voelde om het on-air op te nemen voor de aimabele Gregor, is werkelijk niets mis. Sterker: het is het enige positieve aspect aan het gesprek dat ik nu, jaren later, terughoor. Want verder is het ronduit ver-schrik-ke-lijk. Normaal heb ik bepaald geen moeite om mezelf te horen, maar deze flashback trek ik simpelweg niet.

Het onderonsje duurt sowieso nogal lang. En als ik mezelf na vijf minuten hoor vertellen over de kapper van Henny Stoel, haak ik definitief af. Uit! Weg ermee! Vervelend kereltje. Ben ik dit? Het is jammerlijk dat juist dít fragment voor het nageslacht moest blijven bewaard.

Toch is er ook één lichtpuntje: zelfingenomen klink ik ook heden ten dage nog met enige regelmaat. Maar het is - zonder twijfel ook voor de mensen in mijn directe omgeving - een geruststellende gedachte dat het veertien jaar geleden echt véél erger was...

26.12.08

'Ik krijg nooit kranten'

Toen ik de voordeur opende stond er een jonge vrouw voor mijn neus. Van Oost-Europese makelij, oordeelde ik naar haar accent. Ze drukte me een kaartje in handen waarop mij in sierlijke letters een prettige kerst en een spetterend 2009 werd gewenst. "Gefeliciteerd," zei ze er in gebrekkig Nederlands bij.

Een kort moment staarde ik niet begrijpend naar het kaartje en vervolgens naar de vrouw. "Krant," zei ze. "Krant!" Toen pas drong het tot me door dat ze huis-aan-huisbladbezorger moest zijn. "Ik wens u ook een hele fijne kerst," reageerde ik, "maar er zit nota bene een nee-nee sticker op mijn brievenbus!" Ze knikte heftig. "Ja, ja!" Ik schudde mijn hoofd. "Ik krijg nooit kranten van je," probeerde ik te verduidelijken. "Ja! Krant! Gefeliciteerd," riep ze opgewonden.

"Dank u wel," reageerde ik uiteindelijk beleefd, om de deur vervolgens zacht maar beslist te sluiten. Niet veel later speet het me alsnog dat ik de vrouw geen euro had gegeven. Al was het alleen maar omdat ze - geheel conform de aanwijzingen op de brievenbussticker - nooit een ongewenste krant naar binnen propt...

24.12.08

Eigenlijk tegen de feestdagen

Je hebt van die ontontkoombare dingen in het leven. Zeker in deze tijd van het jaar en zelfs als je eigenlijk tegen de feestdagen bent. Zit je toch weer te kijken naar de All You Need-kerstspecial bijvoorbeeld, terwijl een pan met stoofpeertjes staat te pruttelen in de keuken omdat je moeder eerste kerstdag met jou gezamenlijk niet aan kerst komt doen.

En dat er dan ook nog garnalen in je koelkast liggen voor het voorgerecht...

21.12.08

'Geen flikker geholpen'

Een sms'je van mijn Haagse vriend Marco:

'Hallo ik heb een verzoek! Aan iedereen die mij voor 2008 de beste wensen heeft gestuurd! DAT HEEFT GEEN FLIKKER GEHOLPEN!!! Stuur mij voor 2009 aub geld, alcohol, benzine of tegoedbonnen!'

18.12.08

Niet bijgelovig. Gelukkig!

Nieuw project. Eigen ding. Classified. Of course. Kick-off. Gisteren. Hapje eten. Stroom Rotterdam. Dertien man. Niet bijgelovig! Gelukkig! Was goed. Goed team. Goede vibe. Beetje trots.

Lekker altijd. Nieuwe klus.

13.12.08

Over aandacht niet te klagen

Rond half twaalf komt de zon op en rond half vier gaat 'ie weer onder. In de tussenliggende periode blijven de straatlantaarns branden en is het op z'n minst iets schemerig. Ook in IJsland nadert de kortste dag van het jaar en dat is goed te merken. De zon stijgt niet verder dan tot net boven de horizon en werpt een oranje gloed over het eiland gedurende die paar schamele uren.

De natuur hier is overweldigend. Eén grote speeltuin voor vulkanologen. Borrelende modderpoelen, geisers, dertig - zij het kleine - aardbevingen per dag. Kolkende lava en thermische baden. Regelmatig dringt een zweempje zwavel je neus binnen.

Van een crisissfeer is weinig te merken in Reykjavik. De meeste IJslanders zien er goed geluimd uit en de kroegen bleken gisteren tot diep in de nacht afgeladen. Door het - voor mij vooralsnog overigens onverklaarbare - overschot aan vrouwen, heb je als man bovendien over aandacht niet te klagen. Met een big smile naar bed. Alleen overigens, voor de goede orde.

De taxichauffeurs. Die zeuren wel. Maar dat is iets universeels...

10.12.08

De laatste vijfendertig euro

'Pas geblokkeerd'. Geen prettige mededeling wanneer je met twee blikjes Red Bull en een krant onder je arm, een portemonnee in de ene hand en een pakje Marlboro in de andere, uit alle macht probeert een trein te halen. Maar de automaat was onverbiddelijk: 'Pas geblokkeerd'.

Niet veel later bleek aan de telefoon dat ik recentelijk ben 'geskimd'. Er is niets door de veronderstelde criminelen afgeschreven, maar ik ben uit voorzorg toch maar afgesloten.

Beelden van IJsland drongen zich op, waarnaar ik morgen vertrek en waar het leven weliswaar goedkoper is dan een half jaar geleden, maar vermoedelijk niet op het niveau dat ik mezelf vier dagen kan bezighouden met de laatste vijfendertig euro die cash beschikbaar is.

Ik realiseerde me opeens hoezeer ik afhankelijk ben van mijn pinpas en met welke achteloosheid ik dat stukje plastic dagelijks gebruik. Even pinnen. Het lijkt zo vanzelfsprekend.

De bank toonde zich - na enkele stevige controlevragen - overigens uiterst behulpzaam. Eind van de middag is het probleem voor de komende dagen in ieder geval opgelost. En als ik in IJsland alsnog extra cash kan gebruiken, dan moet ik niet aarzelen om nogmaals te bellen.

Plusje voor ING. Maar mensen, wat een gedoe...

9.12.08

Het schoot er zomaar in

Ik vond mezelf behoorlijk stoer. Ok, ik heb dan wel geen rijbewijs, maar een fiets is ook een voertuig en een achterband vervangen behoort tot de lastiger klussen. Geen probleem. Feilloos! Zo gepiept bovendien. En ik was er ook nog in geslaagd om dat irritante ratelgeluid definitief uit mijn kettingkast te bannen. Al met al was de stemming in mijn hoofd behoorlijk uitgelaten, toen ik - de klus eenmaal geklaard - het ventieldopje op z'n plek draaide. Het volgende moment kwam ik uit de hurkstand overeind, waarin ik het grootste deel van het werk had verricht. De schreeuw die ik daarbij uitstootte, moet tot enkele verdiepingen hoger te horen zijn geweest.

Het schoot er zomaar in. Pang. In m'n rug. De grote vraag is hoe ik het er weer uit krijg. Want elke beweging doet pijn. En stilzitten trouwens ook. Volgens mijn broer is het spit, anderen denken aan vormen van acute stress, maar de meest opbouwende opmerking van de afgelopen dagen was zonder twijfel: "Nou heb je zeker wel spijt dat je niet even naar de fietsenmaker bent gegaan?"

6.12.08

Achterlijke poppenkast

Koud het vliegtuig uit, door naar een Sinterklaasbijeenkomst in familieverband. Mijn aanwezigheid aldaar stond niet ter discussie, was me begin november voor vertrek in alle haast nog even toegevoegd. En dat terwijl ik - hoe kan het ook anders? - natuurlijk een hartgrondige hekel heb aan Sinterklaas. En kerst. En oud & nieuw. En ga zo maar door. Ik heb me er, gegeven de omstandigheden, met wat BONGO-bonnen vanaf gemaakt. En met één (positiefkritisch) gedicht aan allen. Op onvolprezen wijze door mijn vader voorgedragen.

-0-

Het heerlijk avondje schijnt gekomen.
Wat een achterlijke poppenkast.
Je voelt je toch een soort anaal genomen,
Als er weer zo’n show wordt ingelast.

Oh wat grappig, die gedichten!
Leuke ondermaatse kutkado’s!
Al die zogenaamd blije gezichten
leiden tot acute gordelroos.

Om van de liedjes maar te zwijgen.
Krijg ze echt niet uit mijn mond.
Ik zeg: wie zoet is, kan de tering krijgen
en stop die roe maar lekker in je kont.

Heerlijk avondje! Echt te gek!
Nee, dat doen we zeker nog een keer!
Sinterklaas, die heeft een jetlag
en vindt het verder focking tyfusweer.

-0-

Hebben we toch nog gelachen...

3.12.08

Tonijn van ongekende omvang

Kota Kinabalu is de hoofdstad van Sabah. Als je net arriveert vanuit Kuala Lumpur, lijkt het niet veel meer dan een provinciestadje. Maar 'KK' - zoals de inwoners steevast zeggen - is alleraardigst.

Het leukst is nog wel de dagelijkse markt langs de waterkant. Al eerder schreef ik over mijn passie voor zogenoemde 'wet markets'; die in KK is ronduit geweldig. De groenten en het fruit zijn van een ongelofelijke kwaliteit, maar vooral de ontelbare stalletjes met kakelverse vis zijn fantastisch.

Werkelijk alles kun je er krijgen. En voor indrukwekkende prijzen. Kreeften waar je spontaan van gaat watertanden en tonijn van ongekende omvang. Elke avond ligt er wel een exemplaar van twintig kilo schoon aan de haak.

Maar zonder meer het mooist is dat je de vangst van de dag direct kunt laten bereiden. Een flinke hoek van het marktterrein is uitgerust met lange tafels, waar je aanschuift bij de 'locals' voor een bord nasi met de vis van je keuze. Zo van de barbecue op je bord. Beter bestaat niet! En het is nog gezellig ook.

Oh ja, eten doe je hier met je handen. En echt, zelfs dat went...

[Zie ook: Dossier Maleisië]

1.12.08

Eilanden omringd door riffen

Zolang je met je rug naar de stad staat, met je neus in de frisse zeewind en je ogen gericht op de einder, is Semporna prachtig. De groenbegroeide bulten van kalksteen die de horizon sieren zijn de eilanden die het gebied zo bijzonder maken. Sipidan, Mabul, Kapalai. Het zijn de exotische namen die horen bij deze kleine stipjes in zee. Eilanden omringd door riffen, die met name op duikers een magische aantrekkingskracht uitoefenen.

Oorspronkelijk is dit gebied de thuishaven van de Bajau, een zeenomadenvolk. Inmiddels zwerven zij niet meer over het water, maar hebben ze het vasteland als uitvalsbasis. Hun huizen nog wel op palen, als een soort compromis. Het varen zijn ze overigens nog niet verleerd. Nog altijd leven ze van hetgeen de zee hen biedt. In hun zogenoemde 'lepaboten', die wel wat weg hebben van een catamaran, trekken ze er dagelijks op uit.

Het plaatsje zelf, gelegen in het zuidoosten van Sabah, is stoffig en weinig pittoresk. Arm vooral ook, in vergelijking met wat ik tot nu toe op Borneo zag. Bedelende kindertjes. Heel even leek het of ik zelfs terug was in Cambodja, terwijl ik na een tergende busrit probeerde bij te komen op het terras van een lokaal restaurant. Rijst met ikan goreng en cola, terwijl elke hap werd gadegeslagen door iets vochtige bruine ogen. Een weinig geslaagde exercitie.

Terwijl ik het beeld probeerde uit te bannen, mijn blik weer in de verte op het azuurblauw van de Sulu Zee, haalde ik nog eens diep adem. Semporna is prachtig. Met je rug naar de stad.

[Zie ook: Dossier Maleisië]