Een weekendje Limburg. Met mijn nichtje Wieke op bezoek bij oma. Het was lang geleden. Voor ons beiden - in verschillend verband - een jaar of twee, rekenen we uit op de weg er naartoe. De zon schijnt, terwijl het landschap transformeert en ook de architectuur steeds zuidelijker aandoet. Zuid-Limburg voelt steevast als een iets exotische bestemming. En toch vertrouwd. Door de 'roots'. Onze ouders komen er vandaan en van kinds af kwamen we er regelmatig.
De Palestinastraat oogt onveranderd. Met de opvallende turkooizen voordeuren. Oma staat ons al op te wachten als we door het tuinhek stappen. Het ruikt er nog steeds als toen. Die vertrouwde omalucht. Associaties met griesmeelpudding en bramensap. Die avond eten we gezamenlijk bij Marijke en Guido - tante en oom, die ook in Heerlen wonen. Hanneke is op bezoek. We praten over Aziƫ en Guido haalt smakelijke herinneringen op aan zijn Rooms-katholieke jeugd.
Als Wieke en ik de volgende ochtend met oma in de achtertuin zitten, volgt de meest bizarre ontboezeming van het weekend. Oma vertelt hoe Marijke in haar jeugd correspondeert met een tbs'er. Als daar de klad in komt, neemt oma zelf het contact over. Er ontstaat een hechte band door de brieven die heen en weer gaan en uiteindelijk wordt oma benaderd als de man op proefverlof mag. Of hij een weekje kan komen logeren. Mijn mond zakt langzaam open van verbazing.
Die verbazing neemt alleen maar toe wanneer oma vertelt dat het logeerpartijtje daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. "Maar met een bewaker erbij hoor," zegt ze om ons gerust te stellen. "Later niet meer. Toen is 'ie nog een week alleen geweest." Ik weet niet wat ik hoor. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Een tbs'er te logeren. Dezer dagen zou het volstrekt ondenkbaar zijn. "Was u nooit bang?" vraag ik. Oma schudt haar hoofd. "Nee hoor," zegt ze kordaat. "Geen moment."
Terwijl oma verder vertelt over het opmerkelijke contact, bladeren Wieke en ik in een vergeeld fotoalbum. "Wie is die man met dat rode leren jasje?" vraag ik na enige tijd. Oma werpt een blik. "Dat is 'm," zegt ze. "Ook toevallig!" Gefascineerd kijk ik naar een reeks huiselijke tafereeltjes, vastgelegd op de gevoelige plaat. Ergens begin jaren zeventig. Met de tbs'er in de tuin, bij iets dat lijkt op een kinderboerderij. Alle mensen op de foto's lachen.
Ik moet er even van bijkomen, maar vind tegelijk dat ik voortaan officieel de stoerste oma van Nederland heb. Een tbs'er als logee. Gezellig.