Claxons, klootzak en krijg de kolere
Ze waren gehuld in gele hesjes. En overijverig, dat was wel duidelijk. Mijn aandacht werd getrokken toen de eerste automobilisten begonnen te toeteren. Het stond tegen die tijd al behoorlijk vast op de doorgaande weg aan de achterkant. Ze waren met vijf, de officials. Drie mannen en twee vrouwen. Twee in dienst van de politie en drie leden van wat hier in Schiedam geloof ik de lichtblauwe brigade heet.
Het zag er allemaal wat knullig uit. Eén van de agenten had haar fiets midden op het kruispunt gezet, terwijl zij zelf - driftig in de weer met een fluitje - het verkeer vanuit de richting Albert Heijn probeerde door te geleiden. De rest stond stil. Ik vermoedde dat er een ziekenwagen in aantocht was. Het was overigens duidelijk dat de politievrouw in kwestie weinig ervaring had met deze tak van sport.
Haar handgebaren deden een ernstige spastische afwijking vermoeden, veel meer dan dat ze overkwamen als heldere aanwijzingen. In de paar minuten dat ik het tafereel gadesloeg, ging het dan ook van kwaad tot erger. Hoewel het kennelijk de bedoeling was dat alle auto's uit de richting Albert Heijn naar de Koemarkt zouden rijden, trok niemand zich daar op het laatst nog wat van aan. Haar fluitsignalen ten spijt.
Een jonge Marokkaan in een Golfje, die juist uít de richting Koemarkt kwam en nu al tijden doelloos stond te wachten, stak woedend zijn hoofd door het raampje en begon te schreeuwen. Daarmee was de chaos compleet. Het was een pandemie van claxons, klootzak en krijg de kolere, terwijl de agente met het fluitje nog eens wegsprong voor een auto waarvan de bestuurder probeerde om juist haar te ontwijken.
Voordat de zaken echt uit de hand zouden lopen - de fiets die nog altijd midden op het kruispunt stond, was ook al een paar keer op een haar na geraakt - werd de actie afgeblazen. Tijdelijk althans, zo concludeerde ik. De officials hergroepeerden zich in ieder geval in de middenberm. En heel even keerde de rust terug rond het kruispunt. Een status quo, zo leek het. Iedereen hield de adem in.
De hoofdofficial sprak nog wat in een portofoon, haalde toen zijn schouders op en maakte met een laatste, nonchalant teken duidelijk dat de operatie werd gestaakt. Dat teken zag eruit als 'rijden maar'. Koren op de molen van de meutes wachtende automobilisten, die acuut het gaspedaal intrapten zonder zich verder nog te bekommeren om de kleur van het stoplicht voor hun neus.
En zo kwam het dat het volgende moment vanuit vier richtingen auto’s op elkaar afstormden, terwijl vijf officials vanuit de middenberm verbaasd en werkloos toekeken. Gierende banden, opnieuw getoeter en geschreeuw, een Renault Megane die de stoeprand schampte. Het scheelde allemaal maar weinig. De politiemevrouw krabde zich even achter het rechteroor, kennelijk toch wat ongemakkelijk met de situatie.
Tien minuten later werd het kruispunt opnieuw afgezet en niet lang daarna sjeesde een donkere limousine voorbij. De koningin. Daar was het dus om te doen geweest! Ik zag het vijftal nogal ingenomen met zichzelf zijn toen de majesteit eenmaal was gepasseerd. Vlekkeloze actie, zag je ze denken. Er werd zelfs wat op schouders geslagen. "Toppie," hoorde ik de agente met het fluitje roepen...