"Zullen we naar Antwerpen gaan?" Het was half tien op zaterdagmorgen. Voor mijzelf geen ongebruikelijk moment om reeds enige uren in de weer te zijn, maar ook Miriam was vroeg wakker en rond het genoemde tijdstip nagenoeg gedoucht en wel. En zo kwam het dat we ruim voor de middag in de auto zaten. Op weg naar Antwerpen. "Echt niet met de trein?" vroeg ik nog. Nee, echt niet met de trein.
Tegen de tijd dat we grensovergang Hazeldonk naderden, had ik al twee keer opgemerkt dat het toch altijd weer verder is dan je denkt. Kortom: de reis verliep geheel naar verwachting. Ware het niet dat we slechts enkele kilometers verderop in een file geraakten die nogal hardnekkig oogde. De nieuwslezer van het Vlaamse JOE FM meldde dat de E19 in beide richtingen muurvast stond door werkzaamheden en ongelukken.
Het kostte anderhalf uur om bij de eerste afslag te geraken. De afslag Brasschaat was dat. Ik meende me te herinneren dat die plaats een treinstation heeft, hetgeen overigens niet zo bleek te zijn. Jammer natuurlijk, want het was een uitgelezen mogelijkheid geweest om de file alsnog te mijden. Dus aten we in plaats daarvan maar een broodje terplekke. In een gezapige uitspanning, die in België overigens 'afspanning' wordt genoemd.
De jus d'orange werd er geserveerd met ijs en een verloren plakje sinaasappel, in een wijnglas met besuikerde drinkrand. Een uitgesproken misdaad natuurlijk, tenzij het jaar 1982 is en de locatie een smakeloos, duurbetaald terras aan de Franse Côte d'Azur. De borden waren afgemaakt met respectievelijk paprika- en kerriepoeder. Ongekend. En de ober kwam twee keer informeren of ‘alles een beetje naar wens’ was. Een beetje, ja.
We kochten nog voor dertig euro kaas en hertenpaté in een prachtig zaakje met delicatessen, liepen een rondje door de plaatselijke Casa – waarvan ik leerde dat het de Vlaamse Xenos is – en sloten toen vol goede moed weer aan in de schier eindeloze rij auto’s. Tot we Antwerpen op tien kilometer waren genaderd. Het liep inmiddels tegen vieren. Toen was het mooi geweest en maakten we rechtsomkeert.
Zes uur thuis. Afgemat en wel. Wat een heerlijk dagje uit!