"Aardbeien," riep het mannetje enthousiast, terwijl hij één van de rode vruchten met een grote grijns in zijn mond stopte. Ik beaamde: "Aardbeien, inderdaad. Lekker?" Hij knikte enthousiast.
Het was maandag een deels gepland en deels ongepland weerzien met oude bekenden. Het mannetje met de aardbeien was Bruno, het tweejarige zoontje van Jorien. Als kind woonden Jorien en ik vlak bij elkaar aan de Lindendreef. Zij is inmiddels terug, op een steenworp afstand en hetzelfde geldt voor mij. We aten een boterham met z'n drieën en dronken een kopje thee. Jorien vertelde gepassioneerd over haar werk op school. En over het feministische praatclubje van onze beide moeders.
's Avonds een hapje gegeten met Wieke, die ik al zeker een jaar of vijftien niet had gezien. Een heerlijke Italiaan in Haarlem en een ontzettend leuke avond! En tussendoor ontmoette ik Casper bij SBS. Hij schudde me enthousiast de hand en stelde zich voor als nieuwe verslaggever. Hoewel zijn gezicht me bekend voorkwam, kon ik hem niet direct plaatsen. Maar Casper's haar is tegenwoordig dan ook ultrakort in vergelijking met vroeger en zijn zwart-wit geblokte Arafat-sjaal is ook niet meer.
Ik herinner me natuurlijk vooral onze gezamenlijke reis naar Rome. Zelf zat ik in de vierde klas en Casper in de vijfde, denk ik. Het Vlaardingse Groen trok er samen met het Schiedamse Stedelijk op uit, voor wat een cultureel en klassiek verantwoorde reis had moeten worden. Een reis die echter al snel schromelijk uit de hand liep, zeer tegen het zere been van wijlen meneer Van Luijn. Die vond onze nachtelijke escapades en het overmatig drankgebruik weinig gepast en liet dat merken ook, meer vilein dan ooit.
Tegenwoordig is Casper vader van een tweeling, bekende hij. Maar ik zag ons in gedachten nog liggen op het strand van Castel Gandolfo, even buiten de Italiaanse hoofdstad, op jacht naar dezelfde vrouw. Katja heette ze. Het lijkt een vorig leven...