"Ik vind het leuk om je weer te zien, maar je hebt het me vroeger wel moeilijk gemaakt," verzuchtte juf Annemarie. Ik gaf haar drie dikke zoenen en speelde de vermoorde onschuld, terwijl mijn moeder - die naast ons stond - begrijpend knikte. "Je moet overigens op de foto," zei Annemarie. Ik antwoordde dat ik niet zo van foto's hield. "Maar ze staan echt op je te wachten," drong ze aan. Ik twijfelde. "Ga nou!"
En dus was ik even later op weg naar het lokaal helemaal achter in de gang, waar ik eerder op de avond inderdaad een fotograaf had gezien. Toen ik de deur opende werd ik met applaus en luid gejuich ontvangen door een menigte - vooral vrouwelijke - oud-schoolgenoten, die kennelijk al een tijdje stonden te wachten. Ik nam plaats op de onderste spant van een klimrek dat aan de muur was bevestigd, naast juffrouw Yvonne. "Dit is mijn oudste leerling," zei ze met enige trots tegen de fotograaf. Hoewel het niet helemaal klopte, liet ik het zo, om vervolgens vriendelijk in de lens te lachen.
Ik was terug op de Jenaplanschool in Vlaardingen, waarvan ik destijds als enige leerling in groep 7 en 8 de oprichting meemaakte. Een piepklein schooltje, toen nog aan de Kraanvogellaan, opgezet door een aantal enthousiaste ouders. Niet dat ik erheen wílde, nee, mijn moeder vond het goed voor me. Dus haalde ze me van de Beukenhof af. Zeer tegen mijn zin. Inmiddels denk ik dat ze wel gelijk had destijds. Het was inderdaad wel goed voor me geweest.
Het Jenaplanonderwijs, iets vergelijkbaar met bijvoorbeeld een Montessorischool, zorgde ervoor dat ik meer ruimte kreeg. Ruimte vooral om te organiseren. Playbackshows, toneelstukjes, het maakte eigenlijk niet uit. De week werd er standaard mee afgesloten. De eerste drie dagen gebruikte ik om mijn zogenoemde 'taken' in vliegende vaart af te ronden - rekenen, taal en andere normale vakken - zodat ik op donderdag en vrijdag mijn eigen gang kon gaan. Zo werkte dat op de Jenaplanschool.
En nu liep ik er weer rond, twintig naar jaar na dato. Om de zoveel meter zag ik een bekend gezicht. Elisabeth, Lemke, Janneke en Maartje, Joanne en natuurlijk Bibi. Ik verbaasde me erover dat het stuk voor stuk vrouwen waren geworden. Gek natuurlijk, want dat sprak voor zich, maar in mijn herinnering waren ze hooguit elf. Wie geen steek was veranderd? Joke. Sinds jaar en dag kleuterjuf op de Jenaplanschool. Ze had me een paar weken eerder gebeld met de vraag of ik wel echt zou komen en haar ontvangst was hartverwarmend geweest. Ze greep me - bijna kirrend - vast bij binnenkomst. Het was een mooi moment.
Tot Joke achter mij een ander bekend gezicht ontwaarde. Met net zoveel passie stormde ze er op af. "Wat leuk dat je er bent!" Ik glimlachte haar na.