We waren als eersten aanwezig. Samen met de man die de drankjes verzorgde. Het was half tien, zondagochtend op Great Corn Island en we verbaasden ons over het feit dat er verder nog geen toeschouwers vielen te bekennen in het behoorlijk uit de kluiten gewassen stadion. En dat terwijl het duel om tien uur zou beginnen. Het was bovendien niet zomaar een treffen; we hadden ons laten vertellen dat het de beslissende wedstrijd om het eilandkampioenschap betrof. En honkbal is een serieuze aangelegenheid in Nicaragua.
Rond kwart voor tien pakte de drankjesverkoper een bezem om eigenhandig de tribune van de thuisploeg van het in deze contreien onvermijdelijke stof te ontdoen. Op z'n dooie akkertje. Ik informeerde nog eens of we het aanvangstijdstip goed hadden begrepen, terwijl ik om mij heen keek om te constateren dat we nog altijd met z'n drieën waren. Hij bevestigde. Om tien uur zou het echt gebeuren en hij verwachtte zeker vierhonderd toeschouwers, als het er geen zeshonderd zouden blijken. Ik knikte, zij het weinig overtuigend.
Een half uur later maakten twee jongens van een jaar of zestien hun entree. Ze torsten een eenvoudige stereoset en twee speakers met zich mee. De muziek, zo liet de drankjesverkoper mij met gepaste trots weten. Het duurde vervolgens zeker een half uur voor de apparatuur naar behoren functioneerde. Van andere supporters dan wijzelf was geen spoor te bekennen. We waren met z'n vijven nu. De drankjesverkoper, de jongens van de muziek en wijzelf. Waar bleven die driehonderdzesennegentig andere mensen?
Rond tien voor elf meldde zich een nieuw gezicht. Een gezicht dat ik herkende bovendien. De immigration-official van het lokale vliegveld. In vol ornaat. De man die een kleine week eerder in opperste concentratie onze paspoortgegevens in een schoolschriftje had genoteerd, vlak nadat we - overigens op een binnenlandse vlucht - waren geland. Hij knikte de drankjesverkoper bemoedigd toe, evenals de jongens van het geluid en zwaaide in onze richting. Twee gringo's in het stadion. Hij nam het bijzonder casual op.
Rond elf uur was er zowaar sprake van enige activiteit op het goed onderhouden veld. De lijnentrekker liep zijn rondje. Hij gebruikte een gehalveerde colafles met kalk om het strijdtoneel af te bakenen. Een vaste hand had de man, constateerde ik. De lijnen zagen er werkelijk keurig uit. Ondertussen hadden zich ook wat kennelijke spelers gemeld. Zij gooiden wat ballen over en weer. Ballen overigens die door de drankjesverkoper waren verstrekt. In het half uur dat volgde druppelden zowaar wat 'locals' binnen, maar meutes waren het zeker niet. Toen de wedstrijd om half twaalf dan eindelijk begon, was een handjevol toeschouwers aanwezig.
Onder hen bevond zich een man die me sterk aan Desi Bouterse deed denken. Hij zag het als zijn voornaamste taak om de jongens van de muziek in het gareel te houden. Zodra het volume al te zeer omhoog ging, wierp hij een norse blik over zijn schouder omhoog, waarna het respectievelijke deuntje tot aanvaardbare waardes werd teruggebracht. Een ander groepje was vooral druk in de weer met een anderhalve literfles rum. Eén van hen was duidelijk al in kennelijke staat en had grote moeite met zijn oog-handcoördinatie. Het inschenken van de drank ging gepaard met schokkerige bewegingen en een verbeten grimas op zijn gezicht.
De beide teams in het veld vielen vooral op door overgewicht en leeftijd. Ik concludeerde dan ook dat de eilandcompetitie door obesitas en geriatrische problemen werd geplaagd. De alleroudste deelnemer in het veld - een scharminkelige man met een flinke grijze baard - miste vol overtuiging vier keer achtereen tijdens zijn eerste slagbeurt. Zijn bat kwam zelfs pas in beweging op het moment dat de bal al lang door de catcher was gepakt. Een speler in het achterveld miste een makkelijke vangbal omdat hij druk aan het bellen was. Toen een supporter daarover niet veel later bij hem klaagde, reposteerde hij met enige charme: "I'm transmitting the game, you know!"
Twintig Cordoba's bedroeg de entree. Het bedrag werd geind door een alleraardigst meisje. Ik betaalde, maar voegde haar nog wel toe: "You have to make sure that they're gonna do better, 'cause this doesn't look like a championship." Ze knikte me begrijpend toe en reageerde: "Yeah, I know. They suck!" Om vervolgens sloffend haar weg te vervolgen...
[Zie ook: Dossier Centraal-Amerika]