De weblog met de positieve vibes!

31.10.05

Betalen duurde een half uur

Het was het laatste restje zon van de dag. We consumeerden het in stilte op een terras aan de Oude Haven. Onze drankjes lieten even op zich wachten en betalen duurde na afloop zelfs een half uur, maar wat was het een abnormaal lekkere voorlaatste oktoberdag.

29.10.05

'Maar waar is Fikkie?'

Miriam wees op een bord met de tekst 'Groeibriljanten' in kleurige letters. Het stond aan het eind van de Hoogstraat, waar deze uitmondt in de zaterdagmarkt. We bestudeerden het bord, omdat het een belletje deed rinkelen. Het bleek te gaan om tien projecten die kans maken op steun van de gemeente Rotterdam. Burgers kunnen een stem uitbrengen op het project van hun keuze, om zo de uitkomst van een onderlinge race te beïnvloeden.

Terwijl we de korte teksten bij de tien projecten lazen, kwam een vriendelijke jongen op ons afgelopen. "U heeft vandaag de unieke mogelijkheid om in het bijzijn van wethouder Marco Pastors te stemmen," trachtte hij wervend te klinken. Ik keek over zijn schouder en zag de wethouder inderdaad even verderop staan. "Laten we dat maar doen dan," zei ik bemoedigend. En dus gaven we Pastors even later een hand. "Marco,"' zei hij ter kennismaking.

Zelf stemde ik op een project in Hoek van Holland. Miriam gaf haar steun aan het Fikkie-plein op de Oude Binnenweg. Een wat vreemd donker gat, dat inderdaad nodig aan een opknapbeurt toe is. De wethouder vond het allemaal prachtig. Hij gaf nog wat uitleg bij de plannen voor het Fikkie-plein, genoemd naar het standbeeld van een klein hondje dat er al tijden staat. Hij wees naar een artist impression. "Maar waar is Fikkie?" vroeg Miriam. Verwarring.

Fikkie stond niet op de tekening, zag ook de wethouder tot zijn schrik. "Daar ga ik werk van maken," beloofde hij.

28.10.05

'Eigenlijk een gele kaart'

"Je zou eigenlijk een gele kaart moeten krijgen." Niels (Z.) keek me streng aan. "Een gele kaart," herhaalde hij. Asia keek vragend op. "Voor z'n weblog," legde Niels haar uit. "Sander deelt altijd gele kaarten uit als mensen te weinig loggen en nu loopt hij zelf flink achter." Ze knikte. We zaten bij een Indonees. De rijsttafel was zeer behoorlijk. En ik wist dat Niels gelijk had.

De jeugd van tegenwoordig

We aten andijviestamppot, met spekjes en worst. Mijn oom Simon was op bezoek in Vlaardingen. Ik had onszelf uitgenodigd, omdat het me leuk leek hem weer eens te zien. Mon, zoals we hem meestal gewoon noemen, woont in Spanje met Bente. De helft van het jaar zit hij op zee als kapitein. Twee maanden op, twee maanden af. Tegenwoordig vervoert hij vloeibare gassen naar Engeland, maar volgens mij heeft hij de laatste decennia alle zeeën van de wereld wel gezien.

De stamppot smaakte goed. Lekker smeuïg. Ik had zelf geroerd, dus dat zat wel goed. We waren net toe aan de tweede ronde, toen mijn vader een onvergetelijke vraag aan ons stelde: "Skypen jullie eigenlijk?" Ik viel zowat van m'n stoel, keek mijn vader uit het lood geslagen aan, nam enkele seconden de tijd om mezelf te herpakken en wist toen nog net uit te brengen: "Wat zeg je nou, pa?" Daarna begon hij een wervend verhaal. Over de eenvoud van Skype en de ongekende mogelijkheden.

Mijn vader van zevenenvijftig vertelde hoe hij zijn andere broer in Australië ook aan het skypen wilde krijgen en had bovendien visioenen van conference calls met zakenpartners via dit o-zo toegankelijke systeem. Zelf had ik Skype al veel eerder afgedaan. Iets voor de jeugd van tegenwoordig. Doe mij maar een ouderwetse telefoon. Daar zit je dan. Met je stamppot.

Een rij taxi's die ik negeerde

Om vijf voor zes in de ochtend snoof ik de frisse Rotterdamse buitenlucht op. Het zilt van de brakke rivier waaide in m'n gezicht. Er stond een rij taxi's die ik negeerde. Ik wandelde parallel aan de metro, richting de Kop van Zuid. Had zin om te lopen. Af en toe scheurde een auto voorbij over de lege weg langs het water. Een enkele fietser. Pas op de Erasmusbrug kwam ik de eerste voetganger tegen. Hij zag er een stuk minder fit uit dan ik me voelde. Zijn blik was op de grond gericht en hij waggelde een beetje.

M'n oren suisden nog, na de laatste set door Benny. Het was weer een ouderwetse topzaterdag geweest. Ongepland, dat zijn de beste.

Wel degelijk een Freek, Youp of Hans

Vrijdagavond waren we bij Ali B. in de Zweedse sauna, ook wel het Theater aan de Schie genoemd. Alles binnen is er van hout, waardoor de setting wat Scandinavisch aandoet. Vandaar de bijnaam. maar Ali B. dus. Erg gelachen. Ali, de troetelmarokkaan. Zoals hij overigens niet genoemd wil worden, maar wat hij feitelijk natuurlijk wel gewoon is. Een troetelmarokkaan met een duidelijke boodschap. Dat is Ali Bouali.

Muzikaal was de show dik in orde. Met drie snaarinstrumenten en aanverwante bespelers achterop het podium, twee supporting rappers uit voormalig Joegoslavië, een bijzonder zuiver zingende Surinamer voor de pakkende refreintjes en een beatboxer zoals ik nog nooit eerder had meegemaakt. Deze MC Aldrin komt nog uit Schiedam ook, dus speelde een thuiswedstrijd. Z'n beats waren weergaloos. Wat een kunstenaar!

Ali zelf riep halverwege pesterig tegen een oudere fan in het publiek dat die kennelijk in de verkeerde zaal terecht gekomen was. Want Ali is geen Freek de Jonge, vindt hij zelf. Toch heeft Ali het daar mis. Want hij is wel degelijk een Freek, Youp of Hans met maatschappijkritische boodschap. Dit keer alleen vanuit het perspectief van een jonge ambitieuze allochtoon. Dat is het enige inhoudelijke verschil.

Verschillen in vorm waren er goddank legio. Want in tegenstelling tot Freek en Youp is Ali B. wél grappig en muzikaal...

22.10.05

Gevogel met strippenkaarten

Sinds lang zat ik vandaag weer eens in de metro. Helemaal verliefd op de fiets de laatste tijd en bovendien is de Veerhaven wat lastig bereikbaar met het openbaar vervoer. Twee keer overstappen. Maar vandaag was het druilerig en dus reisde ik overdekt.

Op station Eendrachtsplein stapte ik uit. Terwijl ik het station verliet, probeerden twee dames van middelbare leeftijd juist binnen te komen. En dat kan tegenwoordig best lastig zijn, aangezien de Rotterdamse metro met toegangspoortjes is uitgerust.

Die poortjes worden op dit moment gefaseerd in gebruik genomen. En omdat mensen moeten wennen, staat er meestal personeel van het vervoerbedrijf om nietsvermoedende reizigers ter wille te zijn. Maar personeel was vanochtend nergens te bekennen.

Van een kleine afstand keek ik het gehannes van de dames aan. Gevogel met strippenkaarten. Onduidelijkheid over de manier waarop die het poortje moesten openen. Vragende blikken. Na veel gedoe slaagde één van beiden erin om het mysterie te ontrafelen.

Het poortje zwaaide open. De dames trokken een sprint. Samen erdoor. Niet de bedoeling natuurlijk. Er loeide een alarm. Ze keken verschrikt om zich heen. Op hetzelfde moment schalde een geïrriteerde vrouwenstem met zwaar Surinaams accent door de ruimte.

"Dames, je weet toch dat je één voor één moet! Je moet stempelen en dan kan één erdoor. Je kan niet met twee tegelijk naar binnen! Eén stempelt en gaat erdoor. Twee stempelt en gaat erdoor. Niet samen erdoor! Ga jij terug! Ja, jij! Terug!"

Ik grinnikte en liep naar de uitgang van het metrostation. Het geratel van de Surinaamse ging gewoon door. Ze was luid en duidelijk hoorbaar via alle luidsprekers. Op het perron, bij de kaartautomaten, in de gangen die naar buiten leiden.

"Zo en nu ga je nog eens proberen," riep ze dwingend. Ik stelde me het schaamrood op de kaken van de dames voor, terwijl ik op de roltrap stapte.

18.10.05

Het vernieuwde Marconiplein

Voor de honderdste keer sinds de grondige verbouwing fietste ik vanochtend over het Marconiplein. De afgelopen maanden was het noordoostelijke gedeelte een grote chaos, door de aanleg van een sneltramtraject richting Vlaardingen. Inmiddels ziet het er langzaam weer wat toonbaar uit.

Al honderd keer had ik bedacht dat ik eens een log moest wijden aan de bestratingstechniek die ze op het vernieuwde Marconiplein hebben toegepast. Het lijkt of er klinkers liggen, maar feitelijk is het asfalt. Ik had het nog nooit eerder gezien. Asfalt met een printje, wat een fraaie uitvinding.

Het ziet er strak uit en het kost ongetwijfeld een stuk minder. Bovendien behoren verzakkingen definitief tot het verleden. Ik zeg: rol maar uit dat tapijt. Teren die stad!

'Het is weer begonnen'

"Het is weer begonnen," zei Miriam bedrukt. "Koude voeten." Onderwijl probeerde ze haar tenen aan mij op te warmen. Zelf was ik redelijk oververhit, maar ik kwam dan ook net van de fiets.

Vanmorgen merkte ik dat ze gelijk had. Het is weer begonnen. Terwijl ik onderweg was naar de Veerhaven blies de straffe oostenwind mijn handen blauw.

13.10.05

Even met stomheid geslagen

Terwijl ik op weg was naar het Weena om een handtekening te zetten, zag ik Geert-Jan voor de parkeergarage heen en weer slenteren. Hij adviseerde een mevrouw die net haar auto had geparkeerd om wel een kaartje te kopen. "Jazeker! Dank u," zei de vrouw. Geert-Jan knikte vriendelijk.

Toen ik weer terugfietste, liep hij nog steeds op dezelfde plek wat te ijsberen. Ik strekte mijn hand uit en hij de zijne. "Dat is lang geleden," zei Geert-Jan. Ik knikte en vroeg hoe het met hem was. "Niet zo goed," bekende hij. Vragend keek ik hem aan. "Ik heb leukemie," zei hij.

Even was ik met stomheid geslagen. Ik vroeg me af of hij echt ziek was of dat zijn opmerking een poging was om medeleven te ontlokken. Anderhalve week eerder was de diagnose gesteld, vervolgde Geert-Jan. De artsen gaven hem nog één tot drie jaar. Hij voelde zich ook steeds minder goed.

Op straat was het ook al meer kommer en kwel dan ooit tevoren. Mensen liepen dwars door hem heen, kochten geen Straatkranten meer, zeiden niet eens meer gedag. Ik vroeg of ik kon helpen. Hij knikte en ik gaf hem impulsief twintig euro. "Niet bij de pakken neerzitten," adviseerde ik nog.

"Dat had ik even nodig," riep hij terwijl ik weer doorfietste. "Even een beetje aandacht." Ik glimlachte.

[Zie ook: Dossier Geert-Jan]

'Neemt u dan ook broodjes mee?'

Toen ik aan het begin van de nacht thuiskwam, viel ik midden in een herhaling van het NCRV-programma 'Man Bijt Hond'. Ik zag een Hagenees op een viaduct over de Utrechtsebaan. Hij werd ondervraagd over zijn hobby. De man schepte er genoegen in om naar files te kijken, vertelde hij. Ik veerde op.

Als het goed vaststond, kon hij wel uren geboeid blijven, zei de man. "Neemt u dan ook broodjes mee?" vroeg de interviewer. Hij bevestigde dat. Broodjes en koffie, terwijl de Hagenees zijn fototoestel te voorschijn haalde en om de opstopping van dat moment voor het nageslacht vast te leggen.

De interviewer wilde weten wat de beste plekken waren om files te spotten. Het gezicht van de man klaarde op. Vol passie sprak hij over de A2 en de A20, als ik me goed herinner. Rotterdam was wel het mekka voor mensen zoals hij. Daar stond het pas echt goed vast in de spits, verzekerde hij.

Even later reed het verkeer op de Utrechtsebaan weer lekker door. De man trok zijn jas aan en huiverde een kort moment. "Zo is het mooi geweest," zei hij. "Als de file voorbij is, dan veslapt mijn aandacht." Er gaat niks boven een goede opstopping, bekende hij nog, terwijl ook zijn fototoestel verdween.

De afgelopen jaren deed ik me in verschillende radio-uitzendingen voor als Dirk de filefetisjist. De man die opgewonden werd van de gedachte aan langzaam rijdend verkeer op de A13. Nooit gedacht dat Dirk echt bestond...

8.10.05

Saillant persoonlijk detail

Zo af en toe vang je wel eens een saillant persoonlijk detail op over een mediacollega. Zeker wanneer er op een relatief rustige zaterdagochtend net wat meer ruimte is voor roddels op de ANP-redactievloer. Zo vernam ik zojuist dat AVRO-coryfee Hans Schiffers een toupet heeft. CNN is reeds gebeld...

7.10.05

Wat zwaar op de maag

Een nieuw fenomeen gisteravond: borrelen met Jack Kerklaan. Bas en ik hadden een bijpraatafspraak met de licht chaotische verslaggever van Radio Rijnmond en topschnabbelaar. Vannacht lagen de pullen bier en de overmatige bittergarnituur nog wat zwaar op de maag.

5.10.05

Zucht naar kaassoufflés en kroketten

Soms overvalt het gevoel me opeens. Een onbedwingbare drang zou je het ook kunnen noemen. De zucht naar kaassoufflés en kroketten. Gisteren had ik zo'n moment. Een moment waarop ik me even niet in kon houden.

Op weg naar huis stopte ik bij snackbar De Kroon. Broodje kaassoufflé met mayo. De eerste hap was gelijk al foute boel. De gloeiend hete kaas nestelde zich tegen mijn gehemelte, dat licht ontveld uit de strijd kwam.

Eerder deze week had ik al een blaar op mijn tong en een tand door mijn lip. Wat een gedoe...

3.10.05

Een tandarts op bezoek

Zaterdagavond had ik tegen m'n vader gezegd dat de zondag iets te hectisch zou worden om een hapje te komen eten. De volgende dag bleek dat wel mee te vallen. "Zal ik alsnog even bellen om ons aan te melden voor het eten?" vroeg ik eind van de middag aan Miriam. "Prima," riep ze. En toen ik mijn vader even later aan de telefoon had, bleek meeëten geen probleem. Wel moest ik weten dat er een tandarts op bezoek was.

"Er is een tandarts op bezoek," zei ik tegen Miriam, terwijl ik de telefoon nog tegen mijn oor geklemd hield. "Een tandarts?" vroeg ze. Ik knikte. We waren beiden al in geen jaren meer geweest. "Hij zit toch niet de hele tijd op je tanden te letten?" vroeg ik aan mijn vader door de telefoon. Die dacht dat het kijken wel mee zou vallen. En dus waren we niet veel later onderweg naar Vlaardingen voor biologische kip met een tandarts.

Ik nam me in de auto voor om het hele onderwerp gewoon te mijden. "Misschien moeten we de tandarts en zijn vrouw bij binnenkomst zelfs negeren," suggereerde ik. "We doen net of ze er niet zijn. Gaan we heel uitbundig m'n vader en Marleen gedag zeggen en laten we de tandarts gelijk links liggen. Is dat een idee?" Miriam bevestigde dat het een idee was en we lachten erom. Toen we binnenkwamen gaven we beiden vriendelijk een hand.

Dat we uiteindelijk niet werkelijk door ze heen gekeken hebben, dat lijkt me logisch. Kwestie van goed fatsoen, waarbij het hielp dat de tandarts en zijn vrouw hele leuke mensen waren. Maar dat Miriam zich al binnen een half uur liet ompraten om de volgende dag direct een afspraak te maken voor controle, dat viel me toch wel tegen.

Slapen als je thuiskomt

Twee ochtenddiensten bij het ANP achter elkaar. Dat wreekt zich aan het einde van de tweede shift. Vanmiddag stond ik met Rob Hessing in de lift naar beneden, nadat onze klus erop zat. "Ga jij slapen als je thuiskomt?" vroeg hij. Ik zei van niet en vertelde dat er nog wat werk te wachten lag. Rob ging wél even een dutje doen. Verstandig. Kan niet anders zeggen.

Zojuist kwam ik binnen op de Veerhaven. "Wat zie jij er redelijk slecht uit zeg," zei Vincent.

2.10.05

'Wat duurt dat lang zeg!'

Of ik een filmpje wilde maken. Van Miriam. Ze kan vrijdag niet bij de kennismaking met een mogelijk nieuwe klant zijn en was er door één van haar collega's fijntjes aan herinnerd dat manlief nog wel eens iets met bewegend beeld doet. En dat klopt. Goed idee, vond ik bovendien. Krijgt de nieuwe klant alsnog een indruk.

"Ik schrijf wel even een scriptje," zei ik vrijdagavond, terwijl Miriam zelf op het punt stond in te dommelen op de bank. "Ik denk dat we even naar de brug over het Hollandsch Diep moeten. Doen we daar een stand-upper over je tijd bij de HSL," mijmerde ik. "Ik dacht al dat jij het helemaal zou zien zitten," mompelde ze.

Gistermiddag reden we eerst naar de bewuste brug en daarna naar het rangeerterrein Kijfhoek bij Zwijndrecht voor een paar woorden over de Betuweroute, waar ze eveneens eerder werkte. Na een uur of drie keihard werken, hadden we ongeveer vijftien seconden bruikbaar materiaal op de band staan. Ik was behoorlijk tevreden.

Miriam zuchtte. "Pft, wat duurt dat lang zeg, televisie!"