De Indonees van gisteren
Opnieuw een dagje ANP. Opnieuw met Jeroen en Tijo. De Indiër viel wat minder lekker dan de Indonees van gisteren...
De weblog met de positieve vibes!
Opnieuw een dagje ANP. Opnieuw met Jeroen en Tijo. De Indiër viel wat minder lekker dan de Indonees van gisteren...
Het gebeurde alweer een paar dagen geleden, maar zojuist schoot het opnieuw door mijn hoofd. Donderdag of vrijdag liep ik Geert-Jan nagenoeg tegen het lijf. Nagenoeg, omdat we elkaar op minder dan een meter passeerden, maar ik hem wel zag en hij mij niet. Geert droeg een baseballpet waarmee ik hem nog niet eerder had gezien. Een okergeel exemplaar dat hem beslist niet misstond.
Lekker 'nasi goreng djawa speciaal' bestellen bij Pasar Makan. De altijd goedlachse Eddy, die helaas na een uur al weer vertrok. Ouwehoeren met Tijo over de Noordpool, Marc Cornelissen en de leukste verslaggevers van Hart van Nederland om mee te werken als nieuwslezende cameraman. Met Jeroen een rondje Vlaardingen, want wat ís het toch een gezellig dorp. En spannende verhalen over tripjes met de buurvrouw naar Rotterdam, die eindigen in een BOB-bus op het Liesveldviaduct. Met Marc over rookverboden, illegaal rokend uit het raam. En Marijn: "Breaking News! Ons land wordt met touwtjespringen mogelijk Europees Kampioen!" Het was nog waar ook.
Ik had niet gedacht dat ik het ooit zou zeggen, maar ik raak nu toch wat uitgekeken op de Tour de France. Het nieuws over het ontslag van Rasmussen drong zojuist pas tot me door, nadat ik gisteravond laat nog opgetogen naar een herhaling van het Tourjournaal had zitten kijken. Naar die prachtige strijd op de flanken van de Aubisque. Naar de strijd tussen de gele en de witte trui. Naar het verlies van Contador en de magistrale winst van Rasmussen.
Toen ik eerder dit jaar als reisleider in de Italiaanse sneeuw zat met een grote groep accountants, waren onder hen ook vier Indiase expats. Die zagen voor het eerst in hun leven sneeuw en waren derhalve extra opgetogen, maar staan sowieso al bekend vanwege hun tomeloze enthousiasme. Eén van hen was een jonge vrouw, een bijtertje, met wie ik het direct uitstekend kon vinden. Ik nam haar als officieuze skileraar een aantal middagen onder mijn hoede en wist haar al op dag twee met goed gevolg van een rode piste af te jagen. Zeer tot mijn eigen genoegen. Ze heet Preeti, hetgeen door de gemiddelde Nederlander – nogal tegen het zere been – vaak verbasterd wordt tot 'Pretty'.
Lekker weekje is het tot nu toe. 's Ochtends beetje uitslapen, paar uur rondlummelen, brunchachtige taferelen tegen een uur of half één, gevolgd door een ontspannen potje wielrennen op tv. In alle rust een douche zo tegen het einde van de middag, vervolgens – en da's minder – de ontknoping van de bewuste tourétappe missen, maar overigens wel volkomen relaxed naar Amsterdam.
Station Schiedam Centrum, 14.58 uur. Bas aan de telefoon:
Hapje gegeten met Maud, mijn favoriete radiobitch, supernieuwslezer en tegenwoordig ook eindredacteur, aangename, humoristische en wijze Maud, die ook nog eens de onbetwiste Queen of Gossip is – met een positieve ondertoon natuurlijk. Dat spreekt voor zich.
Ze was een wat verfomfaaide Surinaamse. Zeker veertig kilo te zwaar ook. Ik schatte haar begin twintig. Gestoken in een veel te strak zittende blauwe polo die onder de mayonaise- en curryvlekken zat, hing ze onderuitgezakt in een stoel die schuin voor de frituur was geplaatst. Recht tegenover de balie. Met de achterkant van een pen probeerde ze tussen een weelderige dos met dreads door haar hoofdhuid te krabben. Het lukte. Ik stond bij Smuller's op het Amsterdamse Centraal station en had honger. En haast. Maar het duurde even voor ze me had gezien. Ze trok uiteindelijk haar linker wenkbrauw op als teken van wederzijds begrip en sjorde niet lang daarna haar logge lijf uit de stoel om zich met zichtbaar ongemak in mijn richting te slepen.
Daar stond ik dan in vol ornaat – bepakt en bezakt met fruitsapjes en een stoommaaltijd van Albert Heijn – voor de schuifdeuren van toren negen. Terwijl ik bij SBS binnenstapte, ging mijn telefoon. Het was Pieter. Wat ik kwam doen. Het duurde een kort moment voor ik me realiseerde waar het mis was gegaan.
Het scheelde maar een fractie of ik gooide twee keurig afgemeten fluitjes over een stralend witte bruid. Ze kon nog net op tijd wegstappen. Het was de ultieme afgang geweest, die me goddank bespaard bleef.
Het deed me denken aan een reis door Australië, jaren geleden. Toen ik twee weken lang – toerend in de bush – mijn hersens pijnigde over de vraag hoe ook weer die geweldige Italiaan in New York heette, waar we jaren daarvoor eens hadden gegeten. Het duurde tot Sydney voor de verlichting kwam en wel in een filiaal van de vermaarde boekhandel W.H. Smith, met dank aan Lonely Planet. Lombardi's!
Ik zat rechtop in mijn bed. Klaarwakker. Instinctief wist ik dat het foute boel was. Het moet iets geweest zijn in het onderbewuste, want ik kon me beslist niet herinneren dat ik de wekker op mijn telefoon eerder had uitgezet. En nog steeds niet overigens. Het was kwart over vijf. Hoewel onmogelijk vroeg, was het in dit geval toch zeker drie kwartier te laat. Het is die altijd aanwezige angst. Vanochtend werd 'ie werkelijkheid, al was ik uiteindelijk nog net op tijd in Rijswijk.
"U komt voor..?" De verkoper trok er een heel moeilijk gezicht bij. Ik keek om me heen en zag – zover het oog strekte – honderden, zo niet duizenden gloednieuwe rijwielen in de enorme winkel geparkeerd. "Een fiets," zei ik dan ook met licht dédain. De man zuchtte. "Een fiets," herhaalde hij half mompelend. "Had u al wat in gedachten dan?"
De stemming was iets jolig bij SBS. "Waar is die voetbal eigenlijk?" vroeg Maureen tijdens haar voorbereidingen voor de late Hart. Het rode, plastic gevaarte kwam al snel te voorschijn. Het is één van de twee ballen overigens op de Hart-redactie waarmee wel vaker wat tijd wordt gedood of frustratie afgereageerd.
Mijn fiets is weer eens gejat! Ik had 'm gisteren bij IN10 voor de deur laten staan en kon 'm vanmiddag opeens niet meer vinden. Het ergste is dat ik niet eens zozeer woede voel, als wel berusting. Morgen maar een nieuwe fiets kopen. Er zit niets anders op...
Er was applaus. En hoewel ik vooraf al wist dat we erg goed waren geslaagd, had ik applaus toch niet verwacht. De ultieme beloning van een uiterst kritisch gezelschap. Vandaag was de eerste viewing van de KPMG-video in Amstelveen.
Editor Jan Kees heeft vorige week – terwijl ik zelf aan de andere kant van de wereld zat – de basis gelegd voor de KPMG-video. En ik was bijzonder gelukkig toen ik maandag het resultaat zag. Inmiddels zijn we twee dagen schaven verder. Morgen nog een dagje puntjes op de 'i', want donderdag is het D-day. Fingers crossed!
Het energieniveau was nog dermate laag, dat ik gisteren al besloot om vandaag niet voor dag en dauw mee te gaan zeilen met de Hart-redactie. Aan het eind van de middag ben ik nog wel samen met eindredacteur Heidi naar Friesland gereden voor de afsluitende barbecue. Piet Paulusma, die de dag had georganiseerd, nam er ook zijn dagelijkse weerbericht op. En dus stonden we op een zeker moment – in de klassieke groepsopstelling – met vijftig man 'oant moarn' te schreeuwen.
Ik heb maar weinig op met sport. Sowieso heb ik nauwelijks de behoefte om zelf op loopbanden, met gewichten of in teamverband met een bal aan de slag te gaan. En ook op televisie kan sport me niet echt boeien. Er is een paar uitzonderingen. Zoals schansspringen. Dat vind ik heerlijk om urenlang naar te kijken. De afdaling en de Super-G bij het skiën zijn ook geweldig. En vooral fietsen. Prachtig!
"Zat u gisteren ook al niet bij ons in het vliegtuig?" vroeg de KLM-stewardess met lichte verbazing. "Helaas wel," antwoordde ik. "Het was een gezellige vlucht hoor," vulde ik snel aan, "maar ik had best wat langer in New York willen blijven."
Ik moet toegeven dat het – zelfs na een veel te korte nacht – wel weer erg cool is om wakker te worden in New York. Dat was best een tijd geleden. De stad geeft een zekere energie af die ongeëvenaard is. Ingeklemd tussen 5th Avenue en Broadway, ligt ons hotel bovendien midden in de actie. Alleen al het beeld van de ontelbare gele taxi's die voorbij razen, geeft je het gevoel dat je onderdeel bent van een 'blockbuster movie'.
Dat je op Schiphol staat met camera, geluid, statief en de hele rimram en dat je carnet niet in orde blijkt. En dat er dan een vriendelijke douanebeambte is die je – eigenlijk geheel tegen de regels – uiteindelijk toch wil helpen. Dat je cameraman zich vervolgens achter de douane realiseert dat hij zijn jas en enige trui bij de check-in is vergeten. Dat je vliegtuig naar Istanbul een uur vertraging blijkt te hebben en dat je in Istanbul zelf in een bizarre file terecht komt.
Istanbul, waar Europa en Azië elkaar ontmoeten. Ik had er een heel ander beeld bij, moet ik bekennen. Het blijkt een hele westerse stad. Vanuit ons hotel kijken we uit over de Bosporus, waar ontelbare schepen zich klaarmaken voor een tocht richting Zwarte Zee. Tegen de tijd dat de zon verdween achter de heuvels in het westen, klonk vanuit een nabijgelegen moskee de oproep tot het avondgebed. Jammer dat we hier morgen maar een paar uur zijn...
Terwijl ik door mijn agenda blader, zie ik dat het alweer drie weken duurt inmiddels. Drie weken pezen, doorhalen, racen. Nauwelijks slapen, functioneren op basis van pure lichaamseigen adrenaline. Het hele weekend tapes gespot, zondag nog een paar uur met Chantal zitten schaven aan acht chroma-clips. Gisteravond om half één thuis na een late Hart, vanochtend om negen uur in de set om editor Jan-Kees te briefen en vanmiddag door naar Brussel om nog wat quotes te halen, met cameraman Jesse en visagiste Suzanne. Mijn - inmiddels - favoriete fotograaf Roel was er ook.