De weblog met de positieve vibes!

27.1.07

Schattig is een understatement

Iedereen zwaait naar elkaar. Ook naar ons. En als het duister is gevallen en je de bestuurder van een passerende auto niet meer kunt ontwaren, volgt er een bescheiden druk op de claxon. Iedereen kent elkaar. En dat kan ook bijna niet anders op een eiland dat zo klein is als Saba.

Saba, parel van de Nederlandse Antillen. Met huisjes die steevast wit zijn geschilderd, groene luiken hebben voor de ramen en een steenrood dak van - meestal - golfplaat. Een blik op Windwardside, het grootste van de vier dorpen hier, doet je smelten. Schattig is een understatement.

Ze lopen hier weg met het Nederlandse koningshuis. Koningin Beatrix kan echt niet stuk. Taxichauffeur Paddy, die ons ophaalde van het piepkleine vliegveldje op het enige stukje vlakke land, had de eer haar vorig jaar oktober te mogen rondrijden. "She's a very nice lady," zei Paddy uit de grond van zijn hart.

Het gerucht doet overigens de ronde dat Willem-Alexander op Saba verwekt zou zijn. In ieder geval staat vast dat de kroonprins precies negen maanden na een bezoek van Beatrix en Claus is geboren. De waarheid valt moeilijk te achterhalen, maar onwaarschijnlijk lijkt het niet. Na negen uur 's avonds is Saba uitgestorven.

Gisteren hoorden we in één van de pubs in Windwardside dat de koningin Mount Scenery in vijfenveertig minuten zou hebben beklommen. Dat lijkt me een sterker verhaal. Het kostte ons veel gevloek, gehijg, stress op de bovenbenen en ruim anderhalf uur. Het pad gaat op sommige punten bijna loodrecht omhoog.

Het uitzicht was daarentegen prachtig. Al werden ons de vergezichten op nabijgelegen Caribische eilanden bespaard, dankzij steeds voorbij drijvende wolken. Dat maakt overigens weinig uit. Het beklimmen van de hoogste berg op Nederlands grondgebied voelde vooral als een overwinning. En het biertje na afloop smaakte extra goed.

Vandaag onsze laatste dag op Saba en ook de laatste echte dag van de vakantie. Morgen vliegen we eerst terug naar Sint Maarten en vervolgens direct door naar Amsterdam. Maandag gelijk al aan de slag met een nieuw project voor Sloggi. Dinsdag een inspreekklus voor Wim B. en woensdag weer 'rechtstreeks vanuit onze hoofdstad'.

Het was al met al een lekkere vakantie...

[Zie ook: Dossier Cariben]

24.1.07

Excentriek onderdeel van het Koninkrijk

Morgen vliegen we naar Saba. Een bestemming waar ik me al zo'n anderhalf decennium op verheug. Toen ik destijds als zestienjarige met mijn vader voor het eerst op de Antillen was, zouden we vanaf Sint Maarten een boottochtje maken naar het eiland. Volgens mij hadden we de trip zelfs al geboekt. Waarom het er toen niet van is gekomen, staat me niet meer precies bij. Vaag herinner ik me dat het weer te slecht was, maar de reden zou ook geweest kunnen zijn dat de avond voor ons geplande vertrek iets te veel alcohol vloeide. Hoe dan ook, ik zag Saba toen - en later nog een aantal keer - alleen vanaf het strand aan de horizon liggen of vanuit het vliegtuig, zoals ook deze keer vlak voordat we op Sint Maarten landden.

Waarom Saba me zo aantrekt is niet eens heel moeilijk uit te leggen. Het eiland is een opmerkelijk excentriek onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Om te beginnen is het klein. Saba is niet meer dan een uitgedoofde vulkaan, die recht uit de zee oprijst, slechts dertien vierkante kilometer meet en maar zestienhonderd bewoners telt. En hoewel je zou verwachten dat men er Nederlands spreekt, is niets minder waar. Engels is de voertaal. Er is slechts één weg, die dan ook 'The Road' wordt genoemd en die ooit is aangelegd door een aantal enthousiaste eilanders. Omdat de bestuurders in het verre Holland de constructie onmogelijk achtten. En toegegeven, het is een kunstsukje, want er is geen meter vlak op Saba.

Die weg was overigens tot 1993 een walhalla voor Nederlanders die eenvoudig hun rijbewijs wilden halen. Op Saba was dat in no-time gepiept. Een industrie op zich, die inmiddels overigens vakkundig - en natuurlijk volkomen terecht - de nek om is gedraaid. Maar roze papiertje of niet, een auto rijden is op Saba helemaal niet nodig. Volkssport nummer één is namelijk liften. Sterker: het niet meenemen van een lifter is er bij wet zelfs verboden. Maar het alleraardigst aan het eiland is misschien toch wel dat je er de hoogste berg in het koninkrijk vindt: Mount Scenery, met 878 meter toch bijna drie keer de voornaamste heuvel in Limburg. En bovendien ligt op die berg het enige tropisch regenwoud dat officieel bij Nederland hoort.

Er valt nog veel meer spannends over Saba te vertellen. Bijvoorbeeld dat het vliegveld er de korste landingsbaan ter wereld heeft met slechts 400 meter. Dat er pas sinds 1970 permanent elektriciteit is en dat ten noorden van Saba nog een onbewoonde rotspunt ligt, Green Island, die eveneens bij het grondgebied hoort. Maar het allerspannendst vind ik persoonlijk dat ik er morgen daadwerkelijk zelf sta! Eindelijk, na vijftien jaar...

[Zie ook: Dossier Cariben]

23.1.07

Hij had liever de 'change'

"Yo brother," sprak een iets verfomfraaide Sint Luciaan mij aan op de parkeerplaats van Glace Supermarket. "Als je dadelijk wat 'change' over hebt, laat me dan weten. Voor een 'soda'. Ik heb dorst, weet je!" Ik glimlachte hem vriendelijk toe. Dat zou wel goed komen. We deden een 'boks'. Niet veel later kwam ik naar buiten met een blikje Coca Cola en een blikje Sprite. Mijn nieuwe vriend keek wat beteuterd. Hij had liever de 'change'. Heerlijk momentje...

[Zie ook: Dossier Cariben]

22.1.07

Onvervalste Caribische tongval

Sint Lucia is relaxed. De sfeer is hier meer laid-back dan ik ooit eerder heb ervaren. Er hangt een prettige rasta-vibe, waar je ook komt. Om te beginnen op het vliegveld, waar we werden geconfronteerd met een uitermate goedlachse douanebeamte. Zoals op veel bestemmingen moesten we ook hier na aankomst een formuliertje invullen waarin we verklaarden dat we niets hadden aan te geven. Dat gaat aan de hand van een soort checklist, waarbij je steeds 'yes' of 'no' kunt aankruisen. Op de vraag of we drugs en wapens bij ons droegen, was het antwoord makkelijk gegegeven.

Maar een andere vraag, die lastig was geformuleerd en betrekking had op overzees aangeschafte goederen, bezorgde iets meer kopzorgen. We lieten 'm daarom open en legden de kwestie voor aan de douanemeneer. Die twijfelde geen moment en zei: "Just tab no!" We moesten er hartelijk om lachen. Zo gaat dat hier blijkbaar. Vervolgens overhandigden we hem een mango en een appel, want de invoer van fruit is niet toegestaan. De man zei: "Very good! You are welcome to Saint Lucia, but your fruit is not!" En daarmee was alles afgedaan.

Dezelfde relaxte benadering van het leven ervaarden we bij de autoverhuur en later in de supermarkt, waar iedereen elkaar voortdurend op de schouders slaat en kreten slaakt als: "How are you man! Long time no see!" En dat alles met die onvervalste Caribische tongval. Ook ons onderkomen hier is relaxt. Meer dan dat zelfs. Het kost bijna niets, het is groot - met twee slaapkamers, een flinke living, keuken en terras - en biedt een geweldig uitzicht over Rodney Bay. En inmiddels begin ik zelf ook aardig tot rust te komen. Sint Lucia is da bomb!

[Zie ook: Dossier Cariben]

'Don't you want to fly with me?'

"Gaan we daarmee?" Miriam klonk wat benauwd. Zelf voelde ik een golf van enthousiasme opkomen, terwijl we richting het kleine toestel wandelden dat voor ons klaar stond op het vliegveld van Point-a-Pitre. Er waren net genoeg zitplaatsen voor de handvol reizigers die met ons naar Sint Lucia zouden vliegen. Terwijl alle andere passagiers al waren ingestapt, nam ik nog een foto. Daarom gingen wij als laatsten aan boord. "Don't you want to fly with me?" vroeg de gezagvoerder, die ons persoonlijk bij het ondermaatse trapje aan de achterkant van het vliegtuig stond op te wachten. Ik lachte hem toe en zei: "On the contrary! I love your plane." Terwijl Miriam nog wat vertwijfeld om zich heen keek, reageerde de piloot: "Very good! Go sit in front!"

Even later nam ik vlak achter hem plaats, op de voorste rij van het passagiersgedeelte. De cockpit was open. Een deur ontbrak zelfs helemaal, waardoor ik eersteklas zicht had. Ik voelde me weer een jaar of twaalf. Dacht terug aan het vliegtuigmuseum dat ik er in die tijd op na hield. De fascinatie voor luchtvaart is nooit meer helemaal over gegaan. Het werd een heerlijke vlucht, met fantastische vergezichten over een kalme Caribische Zee. Af en toe een zeilboot onder ons en zo nu en dan een eiland, met parelwitte stranden en duidelijk zichtbare riffen. Toen we eenmaal op Sint Lucia weer vaste grond onder de voeten hadden, was ik de laatste die het toestel verliet. "That was a nice ride," zei ik tegen de gezagvoerder.

[Zie ook: Dossier Cariben]

Vooral een flinke lik verf nodig

Guadeloupe heeft absoluut mooie gezichten - het regenwoud van Basse-Terre, de ongelooflijk mooie kust van Grande-Terre en ook het binnenland daar met de uitgestrekte heuvelachtige velden vol suikerriet - maar uiteindelijk heeft het eiland vooral een flinke lik verf nodig. Guadeloupe is vergane glorie.

[Zie ook: Dossier Cariben]

19.1.07

Vertrouwde geur van rottend gewas

Waar de dominante kleur op Guadeloupe's Grande-Terre het azuurblauw van de zee is, is groen de kleur van Basse-Terre. Het donkergroen van tropisch regenwoud, van varens en andere exotische flora. De weg die de linkervleugel van Guadeloupe - dat de vorm heeft van een vlinder - doorsnijdt en uitkomt bij het nietige plaatsje Mahaut, voert dwars door het bergachtige landschap dat Basse-Terre zo kenmerkt. Onderweg stopten we voor een korte wandeling naar de Cascade aux Ecrevisses, een idyllische waterval die zich een meter of twintig naar beneden stort.

"Opmerkelijk," zei ik tegen Miriam, "dat de jungle overal ter wereld hetzelfde ruikt." Ze knikte. Het is de vertrouwde geur van rottend gewas, gecombineerd met het zware van de vochtige atmosfeer. Of je nu in de binnenlanden van Laos bent of in het uiterste noordoosten van Australië, die geur is overal gelijk.

Aan het eind van de bochtige weg door Basse-Terre, die ook wel Route de la Traversée wordt genoemd, lonkt opnieuw de zee. Maar anders dan op Guadeloupe's rechtervleugel is de kust hier rotsachtig en is het water niet helblauw. We kwamen even op adem op een strandje met de naam Plage de Caraïbes, waar een overactieve inlander de aandacht trok van een groepje Fransen met zijn eindeloze woordenvloed, waar zelfs voor hen geen touw aan vast te knopen was. Inmiddels zijn we in Deshaies, een schattig plaatsje aan het water.

Vanmiddag misschien naar de vulkaan die het zuiden van Basse-Terre domineert. En misschien ook niet. Lekker zo'n vakantie...

[Zie ook: Dossier Cariben]

18.1.07

'Ik vind het wel lekker, zo'n windje'

"Met Sander."
"Hi Sander, met Jeroen Hazewinkel van het ANP."
"Ha Jeroen!"
"Heb jij ook zo'n last van de storm?"
"Nou, valt wel mee. Ik vind het wel lekker, zo'n windje. Zeker als het negenentwintig graden is. Koel je toch even af. Nee, weinig last."

Voor Jeroen aan zijn vraag toekwam of ik ergens in februari een dagje kan werken, was het even stil aan de andere kant. Overigens checkt mijn moeder morgen voor de zekerheid toch maar even of de stoelen op het balkon niet naar binnen zijn gewaaid.

[Zie ook: Dossier Cariben]

Naar elkaar gezwaaid in de ochtend

Guadeloupe is Frans. Tropisch Frans. De bewegwijzering is Frans, de auto's zijn van Peugeot en Renault en ook de mensen zijn onvervalst Frans. Met die bekende air, maar ook met verstand van lekker eten. Een heerlijke warme lunch gistermiddag aan een strandje in Gosier. Een prachtig strandje overigens. Met water dat blauwer is dan blauw. Belachelijk blauw zelfs. Uitnodigend blauw en dat terwijl ik nauwelijks van zwemmen houd.

Miriam brengt haar tijd door in het zand. Ik kijk vanuit de schaduw toe, wandel eens een rondje en bel, sms en mail een beetje met thuis. Het gebruikelijke patroon. Lekker om samen weg te zijn overigens. De afgelopen maanden waren waanzin. De laatste zes weken hebben we misschien twee keer samen gegeten en verder vooral naar elkaar gezwaaid in de ochtend, als ik me nog eens omdraaide en zij voor dag en dauw weer vertrok.

Straks rijden we naar Basse-Terre, het westelijk deel van Guadeloupe, dat - anders dan de naam doet vermoeden - behoorlijk bergachtig is. Zondag naar Sint Lucia.

[Zie ook: Dossier Cariben]

Een rij prachtige hagelwitte tanden

Het toestel van Air Antilles zat in de verste verte niet vol. Met twaalf man waren we, terwijl er zeker ruimte was voor een mannetje of honderd. Het vliegveld in Grand Case ademde nog de sfeer die ik me herinnerde van Juliana Airport tien jaar geleden. Klein en charmant. Alles gaat er overigens op z'n Frans. Zoals de oproep om je naar de gate te bewegen. Want waarom zou je er van uitgaan dat mensen die taal niet spreken? Wat dat betreft zijn ze hier net zo erg als in het moederland. Overigens leverde het weinig problemen op, want mijn beheersing van de Franse taal is zeer behoorlijk.

Tijdens de vlucht werd ik toegelachen door een prachtige stewardess met een onvervalst Creools voorkomen en een rij prachtige hagelwitte tanden. Nadat ze ons en onze tien medepassagiers iets te drinken had ingeschonken, volgde het pilotenduo voorin. Daarbij bleef de deur naar de cockpit gewoon open staan, zoals dat vroeger ook ging. Onderwijl schoten ver beneden ons exotische eilanden door. Het goudgeel van de stranden ging over in helblauw water, gelardeerd met iets donkerder vlekken waar koraal zich had opgehoopt. Het gezoem van de propellors zorgde voor een prettig soort trance.

[Zie ook: Dossier Cariben]

16.1.07

'Dit is het nieuws, goeienavond!'

Je ontvangt op Sint Maarten ook moeiteloos radiostations van het nabij gelegen eiland Anguilla. De opening van het nieuws om zeven uur gisteravond wil ik met name mijn ANP Radio-vrienden niet onthouden. Het klonk ongeveer als volgt:

"Het is zeven uur. Dit is het nieuws, goeienavond! De Dell computer en printer, beschikbaar gesteld door Cable & Wireless, zijn gewonnen door de 16-jarige scholier Bobby Johnson. Dat is vandaag bekend gemaakt. De winaar, die bijzonder ingenomen is met de prijs, ontvangt de apparaten overigens niet persoonlijk. De Dell computer en printer zijn overhandigd aan het hoofd van zijn school. Die liet in een reactie weten dat ze zeer goed van pas komen. De school heeft nu twee computers. En een printer.

"Bobby zelf heeft een verrassingspakket ontvangen van Cable & Wireless en is daarmee overigens erg blij. Hij gunt zijn school de splinternieuwe Dell computer en printer ten zeerste. Volgens een woordvoerder van Cable & Wireless werd de jongen willekeurig als prijswinnaar gekozen uit de vele goede inzendingen die de afgelopen weken binnenkwamen. Het telecombedrijf wil alle deelnemers aan de prijsvraag hartelijk bedanken voor hun participatie.

"Dan gaan we verder met de uitslag van de wekelijkse loterij. De koelkast is gevallen op lotnummer 5041. Deze hoofdprijs is beschikbaar gesteld door de lokale vestiging van Cash & Carry. De splinternieuwe kleurentelevisie is voor de houder van het lot met nummer 4821 en werd beschikbaar gesteld door juwelier Diamonds Are Forever. De namen van beide winnaars in de loterij zijn op dit moment helaas nog niet bekend."

Daarna volgde nog een bericht over een rivier in China die buiten zijn oevers was getreden. Maar wij zaten nog met ons hoofd bij de Dell computer en printer. We vonden het vooral lullig voor Bobby dat hij het met een schamel verrassingspakket moest stellen.

[Zie ook: Dossier Cariben]

15.1.07

Uit de kluiten gewassen terminal

Het Mullet Bay resort ligt er nog net zo bij als tien jaar geleden. Kapotte ramen, afgerukte daken en huisraad her en der verspreid. Het vakantieparadijs van weleer, dat omzoomd wordt door een golfbaan die overigens wel gewoon in gebruik is, werd een dik decennium geleden verwoest door een orkaan. Zoals zoveel gebouwen op Sint Maarten. Verbazingwekkend is het dat de tijd hier stil lijkt te hebben gestaan, terwijl dat op de rest van het eiland bepaald niet het geval is. Overal wordt gebouwd. Er rijden meer auto's dan ooit en zelfs de schattige aankomsthal op Juliana Airport is vervangen door een uit de kluiten gewassen terminal in chroomtinten.

Orient Beach, tien jaar geleden nog nagenoeg leeg, is nu volgepakt met strandstoelen zover het oog reikt. En zelfs de afgelegen Baie Rouge, net voorbij de Nederlands-Franse grens in het Terre Basse, is nu een hotspot. Ik moet toegeven dat het even wennen is. In Marigot kon je vroeger vanaf de terrasjes het azuurblauwe water nog zien. Nu wordt dat uitzicht geblokkeerd door dubieuze bebouwing. Stalletjes met toeristische prullaria en verkooploketten voor de boot naar het nabijgelegen Anguilla. Ten noorden van Philipsburg wordt het Great Salt Pond volgestort met zand en verrijzen immense betonnen gebouwen. En we hebben zeker vijf keer in de file gestaan vandaag.

Sint Maarten is booming, zoveel is duidelijk. Het is vast goed voor het toerisme en daarmee voor de eilanders, maar het is niet meer het pareltje zoals ik het me herinner uit de jaren negentig. Desondanks is het klimaat nog steeds geweldig, vloeit de Meyers rum nog altijd rijkelijk en is een afsluiting van de dag in de Sunset Bar - waar je moet bukken voor de aankomende vliegtuigen - nog steeds een aanrader. Zodadelijk lekker vis eten in Grand Case...

[Zie ook: Dossier Cariben]

Totaal afgemat op vakantie

Zelfs na jaren van intensieve training ben ik er nog altijd ronduit slecht in: een rustige nacht ervaren voor we met vakantie gaan. In geen enkel opzicht heeft het te maken met opwinding over de aanstaande reis zelf. Sterker, daar kijk ik altijd nauwelijks naar uit. Op vakantie zijn is prima, maar op vakantie gaan haat ik. Nee, de onrust wordt veroorzaakt door de drang om openstaande zaken af te handelen voor we het vliegtuig instappen.

En hoewel ik er vast van overtuigd was dat mijn to do-list deze keer alleszins overzichtelijk was, zette ik mijn laptop zaterdagnacht pas om half vijf uit. Tientallen mailtjes en printjes later. Bijna allemaal zaken overigens die ook prima twee weken hadden kunnen wachten, maar waarbij ik steevast de drang voelde om ze af te doen voor ik het land zou verlaten. Het slaat nergens op, het is al jaren zo en het zal wel nooit meer overgaan ook.

Het gevolg: twee uur slaap voor vertrek en totaal afgemat op vakantie. Inmiddels gaat het wel weer. Dank u!

[Zie ook: Dossier Cariben]

12.1.07

Penetrante kauwgomballenodeur

Het is misschien wel dé bekentenis van 2007. Na vele honderden, misschien zelfs duizenden liters in de afgelopen jaren ben ik 'cold turkey' gestopt met het drinken van Red Bull. Sinds een kleine week sta ik droog en het bevalt wonderwel goed. Daarmee komt een einde aan een tijdperk. We waren immers nagenoeg onafscheidelijk, Red Bull en ik. Hoewel ik vrijwel nooit meer dan vier blikjes per dag dronk, was ik zeer bedreven in het rekken van de consumptietijd, waardoor ik uiteindelijk de hele dag met Red Bull rond zeulde. Alsof er altijd een blikje aan mijn hand zat geplakt. Wellicht is mijn opgave voor sommigen prettig nieuws. De geur van Red Bull valt niet altijd in goede aarde, heb ik gemerkt. Vooral ´s ochtends kan de penetrante kauwgomballenodeur nog wel eens tegenstaan.

Hoe het ooit is begonnen, weet ik eigenlijk niet meer. Ik herinner me wel het moment dat ik de naam Red Bull voor het eerst hoorde. Dat was tijdens de eerste interrailvakantie met Joris en Paul. Ik denk dat we een jaar of zeventien waren. Joris en ik zouden Paul ophalen in Oostenrijk, die daar met wat vuige snowboardvrienden een gletsjer terroriseerde. Behalve het feit dat de staat van het appartement waarin de boarders verbleven, in een week tijd tot schandalig deplorabel was verworden, herinner ik me vooral Paul en zijn twee traytjes Red Bull. Een drank die op dat moment alleen nog in Oostenrijk te koop was en die per blikje het equivalent van zes koppen koffie zou bevatten. Dat waren tenminste de geruchten. Vooral onder boarders.

De traytjes moesten en zouden mee naar huis. Typisch Paul. In de vier weken die volgden en waarin we gedrieën half Europa doorzeulden, torste hij dan ook drie kilo extra gewicht met zich mee. Paul kennende zal hij daar overigens niet over hebben geklaagd. Ik herinner me dat we in de trein terug naar Nederland nog wel even peentjes hebben gezweet. Het was in de tijd dat grenscontroles nog gebruikelijk waren en voor ons gevoel was de import van de Red Bull zwaar illegaal. Ik meen dat Joris en ik nog een dringend beroep op Paul hebben gedaan om de traytjes dan in ieder geval in het toilet te verstoppen. Wat hij overigens niet heeft gedaan. Verbazingwekkend eigenlijk dat het daarna nog zoveel jaar heeft geduurd voordat de energiedrank ook in ons land gemeengoed werd.

Zoals het gek is dat Red Bull in Frankrijk tot op de dag van vandaag niet te krijgen is; Frankrijk heeft op zich niets tegen het spul, maar wil dan wel dat de drank op eigen bodem wordt geproduceerd. Typisch Frans. Op wintersport nam ik daarom steevast mijn eigen voorraad mee. En ook de positie van Red Bull in Thailand werpt vragen op. Vaak is het er nauwelijks te vinden, terwijl het recept oorspronkelijk toch uit Thailand komt. En als je er al Red Bull treft, is het steevast de uitvoering zonder koolzuur. Maar het zijn uitzonderingen op de regel, want met Red Bull is het vooral geweldig dat je het goedje op zoveel plaatsen juist wél kopen kunt. Zo bleek het bijvoorbeeld in de binnenlanden van Bolivia ruimschoots voorhanden. En ook in Cambodja was het geen enkel probleem.

Bij de snackbar op de hoek is de eerste verwarring inmiddels geweken. Ik haal er voortaan Fristi, en dat is even wennen. Jarenlang werd ik er door het Chinese snackpersoneel liefkozend 'Mr. Red Bull' genoemd. Tegenwoordig heet ik er gewoon Sander, maar de associatie met de energiedrank is gebleven. Ik denk overigens dat er een hoop verkooppunten zijn waar ze me wel kennen vanwege de Red Bull. Jarenlang was er natuurlijk Drinkland op het Weena, waar ik soms wel vier keer per dag even binnenstapte. Maar ook bij de lunchrooms in het Plaza en bij het Vasteland, de sigarenzaak op het Westplein en natuurlijk Oom´s Supermarkt in hartje Spangen kennen ze mijn gezicht wel van de vele bezoekjes. In die zin heeft de Red Bull soms ook tot aardige ontmoetingen geleid. Met Arjan van Drinkland heb ik bijvoorbeeld jarenlang ontzettend leuke gesprekken gehad.

Bij mijn afscheid van Intermax, eind 2004, hield ik een presentatie met opmerkelijke feiten en cijfers. Op de laatste sheet schatte ik het totaal aan genuttigde Red Bull toen op zo'n duizend liter. Ik vrees dat ik wat conservatief was. Hoe dan ook, inmiddels zouden we denk ik een Olympisch zwembadje zouden kunnen vullen. Het is het einde van een tijdperk.

Grote vlek op je vale zwarte broek

Dat je blijkbaar net van een sollicitatiegesprek komt en in de trein op vol volume verslag doet aan - kennelijk - je vrouw. En dat één van je medereizigers - ik dus - zijn blik over je heen laat glijden en ziet dat je jasje ronduit versleten is en dat er een grote vlek op je vale zwarte broek zit. Om vervolgens te constateren dat je schoenen op zich keurig zijn gepoetst, maar dat je voeten in - jawel! - Roger Rabbit-sokken zijn gestoken.

Resolute uitsluiting van het arbeidsproces zou ik zeggen. Definitief. En ook geen uitkering. Vanwege de sokken.

Een PvdA-stemmer.

10.1.07

Afgeschermd door drie Japanners

Hoeveel Japanners passen er in één AH To Go - de undersized winkels van supermarktketen Albert Heijn? Zeker een stuk of vijfendertig merkte ik bij mijn laatste reguliere bezoek aan één van de vestigingen op het centraal station in Amsterdam. Ze waren overal op mijn vaste rondje. Opgewonden stonden ze te overleggen voor het schap met de komijnekaas en ook bij de sla belemmerden ze mij een soepele doorgang. Het rek met de bananen, niet ver van de ingang, werd afgeschermd door drie Japanners, waarvan er één zelfs een foto nam van de felgele vruchten - hoe stereotype.

Ook de afdeling Breaker - de razendsnelle yoghurtsnack - was helaas geblokkeerd. Toen ik nogal hard zei: "Excuse me," werd ik slechts verschrikt aangestaard door een iets te dik Japans meisje. Tegen de tijd dat ik mijn vruchtensapjes wilde pakken, was ik het een beetje zat. De vier Japanners negerend die - in trainingspak, met baseballcap en verrassend kleine videocamera's aan een koortje rond de hals - hevig verwikkeld waren in een discussie over de kennelijke inhoud van de verschillende sapjes, greep ik alsnog wat ik hebben wilde. Met iets van bruut geweld, toegegeven. Verbaasd werd ik nagekeken.

Bij de kassa stonden er opnieuw twee voor me. Twee giechelende Japanse meisjes met vlechtjes. Op zich een schattig gezicht. Maar ze wilden een Breezer en kwamen er niet helemaal uit. Een groene? Of toch een oranje ('ollunsj')? Nee, twee groene en één oranje. Of toch twee oranje en één groene? Druk overleg. Ik dacht aan tram zesentwintig die weldra zou vertrekken. "Ze willen twee groene en een oranje Breezer," zei ik tegen de jongen achter de kassa. Die bedacht zich geen moment, haalde de blikjes langs zijn scanner en keek de meisjes verwachtingsvol aan, terwijl hij naar het eindbedrag op zijn kassa wees.

Iets beduusd rekende één van de meisjes af. Verrassend vlot overigens. Met een tientje.

5.1.07

Als regisseur op de vloer staan

Het was een enerverende week. Met als hoogtepunt de opnames afgelopen woensdag bij de provincie Noord-Holland. Voor het verkiezingsproject - waar ik ook dit weekend en komende week nog wel druk mee ben - draaiden we aan het eind van de middag twee scènes met een hoop figuranten. Heerlijk om weer eens als regisseur op de vloer te staan en de mensenmassa tot ongekende hoogten op te zwepen. Gisteren en vandaag was ik bij CITY FM voor de uitzending van de Clash of the Coverbands dit weekend en verder vanavond - en ook morgen en zondag - weer gewoon Hart van Nederland. Nog een weekje, dan is het lekker vakantie.

Bij CITY kwam ik gisteren overigens het boek 'Groot in jingles' tegen, dat is uitgegeven ter ere van het - ik geloof - vijfentwintigjarig jubileum van de Haarlemse jingleproducent 'Top Format'. Ik had het 's avonds al uit. Heerlijk werkje, waarin oprichter Ren Groot, creatief directeur Bart van Gogh en de huidige eigenaren in interviewvorm vertellen over het ontstaan en de uitbouw van het bedrijf. Met name de cowboyfase, zoals ik de eerste jaren maar even oneerbiedig noem, sprak me erg aan. Fantastisch om te lezen hoe Ren en later Bart bevlogen bouwden aan de organisatie die inmiddels tot de mondiale top behoort op het gebied van auditieve vormgeving.

Ik heb er Eilanden II van Boudewijn Buch maar even voor opzij gelegd. Vanaf volgend weekend genoeg eilanden immers, als de vakantie eindelijk begint...

1.1.07

Grote pan verse tomatensoep

Het was een rustige jaarwisseling. Met een grote pan verse tomatensoep. Had ik zin in. Geen vuurwerk, geen feestjes, geen druppel alcohol zelfs. Wel verse jus. Het is nog even energie sparen voor de vakantie over twee weken begint.

Vandaag gewoon weer aan de slag bij SBS. Morgen en overmorgen twee overvolle draaidagen voor de provincie Noord-Holland. Nog honderd dingen te doen vanavond. Het wordt een korte nacht vrees ik...