Geraniums in de vensterbank
Ze waren de Asterix en Obelix van hun straat. Hem zag ik nog wel eens op een keukentrapje aan de voorzijde van zijn woning, in de weer met een emmer sop. Een grijzende zestiger. Slank postuur, altijd in een keurige pantalon en dito overhemd. Een bril op het hoofd met degelijk montuur. Hij zou de voorzitter kunnen zijn van een willekeurige bridgevereniging.
Haar zag ik minder. Af en toe liep ik net voorbij, als zij op haar fiets arriveerde. Een rijwiel met fietstassen, dat spreekt voor zich. In de zomer ging ze gekleed in kleurige bloemenjurken. Die verhulden niet dat haar lichaam minder goed geconserveerd was dan dat van haar man. Desondanks had ook zij een keurig voorkomen, met een permanent dat regelmatig werd vernieuwd.
Ze waren al jaren het bastion van oer-Hollandse kneuterigheid, in een straat die langzaam veranderde. Met de tijd verdwenen de vaste bewoners. De mensen die er soms decennia woonden, maar die vertrokken naar nieuwbouwwijken. Er kwamen migranten voor in de plaats. Buitenlanders en mensen die de straat als tussenstation gebruikten. Die er een jaartje woonden en weer gingen.
Bij hem en haar stonden geraniums in de vensterbank en de onvermijdelijke houten gans. Er hing vitrage voor het raam. Om hen heen begon bij andere huizen de verf te bladderen en roestte het metaal van de balkons langzaam weg. Daar hingen geen gordijnen voor de ramen, maar wat oude lakens. De naambordjes op de brievenbus verdwenen. Het werd ieder voor zich in de straat.
Al jaren geleden was besloten dat het gebouw zou verdwijnen. Er moesten appartementen komen van twee tot drie ton het stuk. De afgelopen tijd stroomde het huizenblok langzaam leeg. De laatste bewoners gingen begin van het jaar. Maar 13a bleef en bood kranig weerstand. Hij zeemde nog elke zaterdag de ramen, ook toen een bouwhek het gehele blok omsloot.
Toen we vanochtend de straat binnenreden, die op de route naar onze eigen woning ligt, zagen we dat het pleit was beslecht. Nummer 13a was leeg. Voor het raam stond een vergeten plant. Tussen onze post zat een brief van de deelgemeente, waarin stond dat het laatste bezwaar van tafel was. De sloop zou beginnen. De Romeinen hadden gewonnen.