Toen we Vlaardingen in reden, schoot het item me te binnen dat ik een dag eerder op televisie had gezien. "Wout, kun je even langs het Buizengat rijden," vroeg ik. Aan het eind van de haven, op de plek waar voorheen een gasfabriek stond, waren bij opgravingen de resten van een zeventiende-eeuws buitenverblijf gevonden. Een buitenverblijf dat had toebehoord aan Wilhelm van Ruytenburch, de man die rechts vooraan op '
De Nachtwacht' staat afgebeeld.
We scheurden de dijk op, voorbij de molen en aan de andere kant van het water weer naar beneden, voor het Hof langs. Het omvangrijke terrein was met hekken afgezet. In het donker ontwaarde ik graafmachines en opgestapelde betonplaten. "Het moet verderop zijn," zei ik tegen Niels (V.) en Wouter. En omdat de straat was afgesloten, parkeerden we de auto om te voet onze weg te vervolgen. Ik snelde vast vooruit.
Aan het einde van de afzetting, bijna recht tegenover de sluis en het terrein van Baauw, werd de archeologische vondst met behulp van een schijnwerper uitgelicht. Ik zag een tegelvloer. Muurtjes tot kniehoogte. Ik probeerde me voor te stellen hoe het gebouw eruit had gezien. In de verte kwam Wout aangerend. "Niels heeft in z’n broek gepoept," riep hij. "Hij moest een scheet laten en toen ging het fout," lachte Wouter. Terwijl ik hem de opgraving aanwees, ging mijn telefoon.
"Hé Niels," zei ik vrolijk ter begroeting. "Dit gaat niet goed," reageerde hij benepen. "Wat is er gebeurd man," vroeg ik, terwijl ik mijn lachen inmiddels niet meer in kon houden. "Last van m’n maag," zei hij. "En opeens was het gebeurd." Ik zei dat we eraan kwamen en grapte dat het wellicht verstandig was om ook de rest van de avond via de telefoon te communiceren. Met het oog op de stank die hij waarschijnlijk verspreidde, leek een afstand van enkele meters niet overbodig.
We stapten snel weer in de auto en reden naar het centrum. Niels probeerde zodanig schuin te zitten, dat zijn achterwerk niet met de zitting van de stoel in aanraking kwam. Vijf minuten later waren we in 'De Steeg', waar het slachtoffer direct naar het toilet rende. Bij binnenkomst gaf ik een verbaasde Peter een klap op zijn schouder, zei hallo tegen Marijke en Ed – die informeerde hoe de
Intermax Klusdag was geweest - en maakte een praatje met Maureen. De tijd had er stilgestaan.
Na het eerste biertje stelde Niels voor om toch maar even van onderbroek te wisselen. Hoewel de schade na het incident was meegevallen, zat hij toch niet helemaal comfortabel op zijn barkruk. En dus liepen we naar het huis van Wouter, waar Niels zich douchte en een blauwe boxer ter vervanging aangeboden kreeg. "Zit lekker strak," zei hij tevreden. "Ja, daar houd ik van," reageerde Wout, waarop we terugwandelden naar 'De Steeg' om bier en bittergarnituur te bestellen.
Nadat Mark en zijn vriendin nog even gedag waren komen zeggen, namen we de trein richting Rotterdam en de taxi naar onze favoriete graansilo op Zuid. Het was bizar druk in de Now&Wow, maar wel bijzonder gezellig. Om half zes strompelden we gaar naar buiten. Vandaag weer topfit!