De weblog met de positieve vibes!

31.12.04

Onwezenlijke groenblauwe kleur

Queenstown bleek afgeladen. De bordjes 'no vacancy' langs de kant van de weg waren legio. Het aanbod om voor honderdtachtig dollar te overnachten in een 'bed & breakfast' accommodatie bij een wat zompige alleenstaande man, die wel heel erg zijn best deed om zijn huis aan te prijzen en overigens een wat ongemakkelijke indruk op ons maakte, sloegen we af. Op de weg naar Te Anau waren zelfs de kleinste dorpjes drukbezet met toeristen. Het hoogseizoen is duidelijk in volle gang. Uiteindelijk sliepen we in Athol. Een gat met vier huizen en wat schapen.

De nacht ervoor hadden we ook al moeite om onderdak te vinden. Lake Tekapo, aan de overs van het gelijknamige meer met z'n smaragdgroene kleur, was vol. Een paar kilometer in de richting waar we vandaan kwamen, vonden we onderdak bij James Mackenzie en zijn vrouw in Burke's Pass. Een paar gedateerde 'cottages' langs de doorgaande weg, gecombineerd met een soort truckersrestauratie. We aten er de slechtste 'fish & chips' ooit, maar hadden een amusante avond met het echtpaar Mackenzie en een paar Australiërs, die ons fluisterend ontraadden om de 'steak' te bestellen.

De volgende ochtend zag het weer er weinig hoopvol uit. We zouden 'Mount Cook' bekijken, met ruim zevenendertighonderd meter de hoogste berg van 'Australasia' en de hemel was opnieuw bewolkt. Maar halverwege klaarde het op en al snel zagen we de Nieuw-Zeelandse Alpen voor ons opdoemen. De sneeuw op de toppen van de bergen reflecteerde in de zon. Opnieuw passeerden we 'Lake Tekapo' en een paar kilometer verder 'Lake Pukaki'. Beide plassen waren ooit door gletchers uitgesleten. Het water was doordrenkt met wittig sediment, hetgeen de onwezenlijke groenblauwe kleur veroorzaakte.

De weg naar 'Mount Cook' leidt langs het laatstgenoemde meer, dat gevoed wordt door een veelvoud aan bergbeekjes. Het finale deel van de rit voerde door een wijds laagland. In Aoraki - aan de voet van de berg - maakten we een korte wandeling. Watervalletjes kletterden naar beneden en dikke pakken sneeuw werden door verschillende gletchers richting het dal gestuwd. Het pad dat we volgden werd aan beide zijden omzoomd door struiken en varens, die het nationale symbool van Nieuw-Zeeland vormen. Af en toe passeerden wat andere wanderlaars, die we vriendelijk groetten.

Richting Queenstown veranderde het landschap voortdurend. Nadat we het hooggebergte achter ons hadden gelaten, volgden nagenoeg kale heuvels. Alleen wat uit de kluiten gewassen graspollen groeiden op de hellingen. Vervolgens werd de omgeving ruiger en groener, om te culmineren in een rotsachtige omgeving rond Cromwell. In de 'Kawarau Gorge' perste een snelstromende rivier zich tussen het graniet door. Overblijfselen uit de periode dat deze omgeving door goudzoekers werd gefrequenteerd, waren aan de overzijde van de rivier nog duidelijk zichtbaar. Af en toe doemde de toegang tot een oude mijnschacht op.

Het was de mooiste route die we tot dan toe gereden hadden. Voordat we ons zorgen maakten over de nacht, aten we eerst een stevige hamburger bij de plaatselijke 'Mac' in Queenstown.

[Zie ook: Dossier Nieuw-Zeeland]

28.12.04

Steeds verschrikkelijker beelden

Hoe relatief kan vakantiegevoel zijn? De afgelopen drie dagen staat de televisie regelmatig op CNN, waar steeds verschrikkelijker beelden worden getoond. Op de dag van de aardbeving bij Sumatra SMS-te ik Niels (Z.), vanwege onze gezamenlijke Thailand-passie en het feit dat Ko Phi Phi - waar hij en Asia anderhalf jaar geleden waren, terwijl wij op Ko Samui zaten - nagenoeg was weggevaagd. Ik belde mijn vader, die volgende week naar Bangkok reist en informeerde naar het welzijn van Bibi, die weer terug is in Jakarta en gelukkig niets van de beving heeft gemerkt. Zojuist las ik op de weblog van Bas dat voor hem de ramp wel heel dichtbij komt.

Anderhalve week geleden waren we nog in Singapore. Vorige winter zaten we nog aan het Thaise strand, terwijl we uitkeken over een vlakke zee. Hoe relatief kan het leven zijn?

[Zie ook: Dossier Nieuw-Zeeland]

27.12.04

Flashbacks van 'Rotterdam Airport'

We waren een dag te vroeg, maar konden er wel om lachen. Net als de vrouw achter de balie die eerst minutenlang verwoede pogingen deed om onze namen op de passagierslijst te ontwaren, voordat ze er achter kwam dat de datum niet klopte. "You're travelling tomorrow," verzuchtte ze uiteindelijk. Flashbacks van 'Rotterdam Airport', waar we ooit een maand te laat op een vliegtuig naar Londen wilden stappen.

Het bleek overigens geen probleem. We konden alsnog vandaag vertrekken met de trein die ons van Picton naar Christchurch zou brengen. De 'Tranzcoastal' volgt de kustlijn in het noordoosten van het Zuidereiland, langs pittoreske baaien en door magnifiek binnenland. Glooiende heuvels en woest hooggebergte met wat laatste restjes sneeuw van de winter. Een prachtig contrast met de helderblauwe zee en het groen van de bebossing.

Halverwege koersten we langs een grote kolonie pelsrobben. De meesten lagen loom te zijn in de zomerzon, terwijl een enkeling de verkoeling van het water zocht. Boven de uitgestrekte velden vloog een roofvogel met een zojuist gescoorde buit. Vanuit het laatste rijtuig - dat geen ramen had - probeerde ik het beeld in een foto te vangen. We waren een half uur vertraagd, maar dat was geen straf. Ik smeerde mijn neus nog maar eens in met factor twintig.

[Zie ook: Dossier Nieuw-Zeeland]

Eerste glas Sauvignon

De overtocht was fris. In de 'Cook Strait', die het Noorder- en Zuidereiland van elkaar scheidt, stond een meer dan stevige bries. Af en toe moest ik mezelf vasthouden aan de reling, om te zorgen dat ik niet omver geblazen werd. Mijn trommelvliezen hadden het zwaar te verduren door de wind die in mijn oren blies, terwijl ik standvastig vanaf het bovendek naar walvissen speurde aan de horizon.

Tegen de tijd dat we aankwamen in Picton was de hemel nog altijd grijs. Volgens de 'Lonely Planet' moesten we in Nelson zijn. Een plaats op honderdvijftig kilometer, met het beste klimaat van het land. Het bleek geen loze belofte. De lucht was er helderblauw en de zon maakte overuren. Op een terras genoten we van de eerste buitenwarmte deze vakantie, terwijl ik mijn eerste glas Sauvignon wegnipte.

[Zie ook: Dossier Nieuw-Zeeland]

25.12.04

Kerstdiner in Wellington

"Two chicken kebabs, one apple tea and an orange juice, please."

[Zie ook: Dossier Nieuw-Zeeland]

'Santa' in een groene Corvette

De spanning hing voelbaar in de lucht. Ik vroeg aan Miriam wat er aan de hand was. Ze keek me aan met een vertwijfelde blik. De doorgaande weg in het dorp stond vol met mensen. Veel meer mensen dan we op kerstavond hadden verwacht in een gat als Opunake. Even verder zagen we wat de oorzaak van het tumult moest zijn. Er stond een parade opgesteld met klassieke auto's, opgetuigde trucks en 'Santa' in een groene open Corvette.

We parkeerden en liepen terug naar de hoofdstraat. Daar stond de ene helft van Opunake te wachten op de entree van de andere helft, die deel uitmaakte van de parade. De plaatselijke politie beleefde haar 'finest hour' en mocht voorop in de stoet. De kinderen langs de kant van de weg gilden het uit van plezier. Vanuit de raampjes van de verschillende auto's werden snoepjes in de menigte gegooid. Af en toe brak een kleine schermutseling uit.

Aan het einde van 'Tasman Street' keerde het bonte gezelschap. De lokale jeugd wachtte geduldig op de tweede passage. Waterballonnen in de aanslag. Die bleken met name bestemd voor de afvaardiging van de plaatselijke reddingsbrigade. De dames van deze divisie kregen het zwaar te verduren en vochten terug met de enorme waterpistolen die ze hadden meegebracht. "Ho, ho, ho," riep de kerstman vanuit zijn Corvette, om vervolgens nog wat handen snoepgoed te strooien.

Er gebeurde weer eens wat in Opunake. Een uur later - toen wij op zoek gingen naar wat 'fish and chips' - stond een groot deel van het dorp nog na te praten. Tegen de tijd dat we klaar waren met eten, was de hoofdstraat weer leeg. De rust was weergekeerd. Tot de volgende kerst.

[Zie ook: Dossier Nieuw-Zeeland]

Letterlijk in de 'middle of nowhere'

Op mijn vraag hoeveel mensen er in Whangamomona wonen, antwoordde de vrouw achter de bar van het enige hotel dat het om achtendertig zielen ging. Het verbaasde me niets. Het dorp oogde overzichtelijk. Veel meer dan een dozijn huizen stond er niet. Het postkantoor naast het hotel was klaarblijkelijk al lang geleden gesloten. De houten voorgevel was inmiddels ten prooi gevallen aan de elementen. De verrotting had er toegeslagen.

We genoten op het overigens lege terras van de eerste zon. Hoewel de rit over de 'Forgotten World Highway' prachtig was, werden we ook deze dag geplaagd door regen. Al sinds onze aankomst in Nieuw-Zeeland is het weer kommer en kwel. De kuilen in de negentien kilometer lange 'dirtroad' halverwege de route, stonden dan ook vol met water. Van de bergen aan weerszijden van de weg stroomden watervalletjes naar beneden.

Het uitzicht was echter onbeschrijflijk. Mijlenver strekten de met gras begroeide heuvels - soms glooiend en dan weer met scherpe kammen - zich uit. De grazende schapen keken verstoord op toen we langsreden. Voorbij één van de vele bochten zagen we een grote roofvogel die zich tegoed deed aan een dood konijn op de weg. Tegen de tijd dat we onze eindbestemming naderden, stuitten we op een kudde koeien. De beesten namen rustig de tijd om van weiland te wisselen.

Vier uur hadden we nodig voor de dikke honderdvijftig kilometer naar Stratford. Vijf auto's passeerden ons tijdens de rit. Geen bereik op m'n mobiel en geen enkel benzinestation. We waren letterlijk in de 'middle of nowhere' geweest.

[Zie ook: Dossier Nieuw-Zeeland]

22.12.04

Uitspraak van de dag

"Tot nu toe is alleen het weer kut."

[Zie ook: Dossier Nieuw-Zeeland]

Walhalla voor geologen

De kleuren waren ronduit surrealistisch. Het gifgroen dat veroorzaakt werd door hoge concentraties arsenicum, de oranje gloed van antimonium en het geel en roze van zwavel. Het rook er naar bedorven eieren. Een indringende lucht die me in eerste instantie bijna deed kokhalzen, maar waaraan ik wonderwel al vlug gewend was. Toen we aan de rand van de 'Champagne Pool' stonden, kon ik bij vlagen geen hand voor ogen zien door de enorme hoeveelheid stoom die ons tegemoet waaide. Tegen de tijd dat we wegliepen, waren onze haren doordrenkt.

Rotorua is het centrum van vulcanische activiteit in Nieuw-Zeeland en staat bekend als één van de meest actieve gebieden ter wereld. In het stadje zelf begonnen we vanochtend met een gang door het 'Kuirau Park'. Een klein veld dicht bij het centrum, waar verspreid over een oppervlakte van nog geen vierkante kilometer verschillende poelen met kolkende modder en borrelend water liggen. We keken onze ogen uit. Daarna reden we naar 'Wai-O-Tapu', zo'n dertig kilometer naar het zuiden. Het gebied staat bekend als een walhalla voor geologen.

Door verschillende spleten en gaten in de grond wordt hete stoom naar buiten geperst. In de diepte van de ingezakte kraters golft kokend water. De route voerde ons langs zwavelbronnen en sintelterrassen die uit kalksteen en silicagesteente bestaan. We eindigden bij het helgroene 'Lake Ngakoro', dat zo giftig is dat vissen er onmogelijk kunnen leven. De kanuka-bomen in het omringende bos hebben rode afzettingen op de stammen, veroorzaakt door de chemische verbindingen in de lucht. De 'bellbirds' voelen zich er overigens onverminderd thuis.

Morgen reizen we richting 'Lake Taupo' - het grootste meer van Nieuw-Zeeland - dat door verschillende erupties is ontstaan. Het wordt gezien als de hoofdstad van de forel-visserij.

[Zie ook: Dossier Nieuw-Zeeland]

Twee gitzwarte vinnen

"It should get better," zei de vrouw achter de balie toen we de tickets voor de boot afrekenden. De lucht boven Paihia was grijs en grauw. De eerste druppels kwamen inmiddels naar beneden. Terwijl we de beschutting van het benedendek opzochten, waarschuwde de kapitein via de intercom dat de tocht wat 'choppy' zou kunnen worden. Niets om ons zorgen over te maken, zo verzekerde hij. Het was een kwestie van comfort en niet van veiligheid. Een aantal passagiers hield het echter al direct voor gezien en ging weer aan wal, nog voordat de boot richting Russell vertrok.

We waren in de 'Bay of Islands', één van de hoogtepunten in het noordelijkste puntje van Nieuw-Zeeland. De baai herbergt zo'n hondervijftig grote en kleinere eilanden, in een prachtige enscenering van helderblauw water, woeste rotsformaties en glooiende heuvels met loofvegetatie, palmen, varens en heldergroen grasland. Het was op deze plaats dat de Engelse kapitein James Cook in 1769 als eerste Europeaan aan wal ging, na de ontdekking door de Nederlander Abel Tasman een ruime eeuw eerder.

Tussen de eilanden was het water relatief kalm. Zodra we de beschutting van het land achter ons lieten en in meer open zee terecht kwamen, nam de golfslag toe en dook onze boot meters de diepte in, om vervolgens met grof geweld weer omhoog geduwd te worden. Om mij heen grepen de eerste passagiers naar de papieren zakken die ruimschoots voorhanden waren, om hun op hol geslagen magen te legen. Terwijl ik mijn blik op de horizon gericht hield om mijn evenwichtsorgaan terwille te zijn, kon ik een glimlach niet onderdrukken.

Plots minderde de boot vaart. Al snel werd duidelijk wat de reden was. Op zo'n vijftig meter afstand sneden twee gitzwarte vinnen door het water. Het volgende moment doken de gladde lijven van twee orca's, met hun kenmerkende witte rug, omhoog. Gebiologeerd staarden we naar het schouwspel. Een derde orca voegde zich bij het duo en even later zwommen de imposante dieren langszij. Vanuit de opening achter hun kop spoot water omhoog. Het was een beeld dat ik alleen van natuurdocumentaires op televisie kende.

Tegen de tijd dat we weer aanmeerden in Paihia, kwam de regen met bakken naar beneden. Het idee dat we zojuist orca's in het wild hadden gezien, maakte dat ik het nauwelijks doorhad.

[Zie ook: Dossier Nieuw-Zeeland]

19.12.04

'Lord of the Kebabs'

Nieuw-Zeeland doet tot nu toe erg denken aan Australië. Zo is Auckland een soort combinatie tussen het dorpse karakter van Perth, de hoogbouw en de heuvels van Sydney en de historische pandjes uit het onooglijke redneck-dorpje Katoomba in de 'Blue Mountains'.

Dat het echt om Nieuw-Zeeland gaat, blijkt vooral uit de vele verwijzingen naar 'Lord of the Rings'. Zo ligt de plaatselijke boekhandel vol met kleurrijke uitgaves van de verschillende locaties uit de rolprent en noemt de snackbar - twee deuren verder - zich zelfs 'Lord of the Kebabs'.

De 'Lonely Planet' meldt ironisch dat elke Nieuw-Zeelander wel een zeker aandeel in de filmcyclus heeft gehad. Als het niet persoonlijk is, 'dan heeft de zus van de kapper wel meegespeeld,' aldus de reisgids. Wij gaan proberen de zus van de kapper te mijden en voorlopig even geen kebab te eten.

[Zie ook: Dossier Nieuw-Zeeland]

Een stad zonder ziel

De route van het vliegveld naar de stad deed meer denken aan de oprijlaan van een luxe resort, dan aan de toegangsweg naar een Aziatische metropool. De perkjes langs de weg lagen er opgeruimd en goed onderhouden bij. De vorm van de enorme woontorens herinnerde ons aan Hong Kong. De gebouwen waren echter niet bruin uitgeslagen, maar zaten keurig in de verf.

Singapore ademt in geen enkel opzicht de hectiek van een stad als Bangkok uit. Het verkeer is er overichtelijk en de massa's mensen op straat ontbreken. Eetstalletjes tref je alleen in overdekte 'foodcourts'. Ze zijn bovendien gemarkeerd met een letter, die de mate van hygiëne aangeeft. Een 'A' betekent geen enkel risico, terwijl je de stalletjes met een 'D' beter kunt mijden.

Het is een stad zonder ziel. Degelijk en ietwat saai. We waren steeds op zoek naar het authentieke Singapore, maar kwamen voortdurend bedrogen uit. Zelfs 'Chinatown' en 'Little India' oogden veel te netjes. De kleurige huisjes waren keurig gepleisterd en iedereen wachtte vroom tot het stoplicht op groen sprong. Alleen de hindoe-tempels en de enorme moskee die we bezochten, ademden iets sfeervols uit.

Zaterdagmiddag hadden we een lunchafspraak met Bibi en Edwin. Ze waren een weekend over uit Indonesië, waar ze de afgelopen maanden druk zijn geweest met hun afstudeerproject. Terwijl we wat dronken aan 'Boat Quay', bleek hoe relatief het beeld van een wereldstad kan zijn. Voor hen was de rust en de orde van Singapore juist een weldaad, na het verstikkende klimaat van Jakarta.

Van Bibi kreeg ik een ineengedoken Boedha voor mijn verjaardag. "Die brengt geluk," vertelde ze. Het houten sculptuurtje past precies in de palm van mijn hand. "Het is overigens geen stressbal," vertrouwde Edwin mij toe. Toen we vandaag aankwamen in Auckland, was ik even bang dat ik mijn cadeau weer in zou moeten leveren. De quarantaineregels zijn hier streng en uitheems hout kan een bedreiging vormen.

Uiteindelijk kwamen we zonder problemen Nieuw-Zeeland binnen. En dus kan het avontuur beginnen! Morgen vertrekken Miriam, mijn Boedha en ik richting de 'Bay of Islands', ten noorden van de hoofdstad.

[Zie ook: Dossier Nieuw-Zeeland]

Dossier Nieuw-Zeeland

11/01/05
Prettige sfeer op een dakterras

08/01/05
Trouwen op verlaten strand

07/01/05
Kort nieuws op vrijdag

04/01/05
Ruige pieken en diepe spleten

03/01/05
'I don't give a shit'

01/01/05
Tekstberichten met beste wensen
Adembenemende vergezichten

31/12/04
Onwezenlijke blauwgroene kleur

28/12/04
Steeds verschrikkelijker beelden

27/12/04
Flashbacks van 'Rotterdam Airport'
Eerste glas Sauvignon

25/12/04
Kerstdiner in Wellington
'Santa' in een groene Corvette
Letterlijk in de 'middle of nowhere'

22/12/04
Uitspraak van de dag
Walhalla voor geologen
Twee gitzwarte vinnen

19/12/04
'Lord of the Kebabs'
Een stad zonder ziel

13.12.04

Zondag compleet offline

Zaterdagnacht hebben we Wout zijn verjaardag gevierd in 'Rotown', waar Jiske wat vrienden en familie had uitgenodigd. Daarna naar 'Las Palmas'. Bob Sinclar draaide een geweldige set en ik kwam er Annechien, Aaron, Max en Maki tegen.

Om vijf voor vier was ik gisteren bij Stads om mijn laatste programma op te nemen, dat al vijf minuten later de lucht in moest. Het stemgeluid klonk sonoor na alle inspanningen van de dag ervoor. Zodadelijk een borrel met Allard en Marian.

Update 22.05 uur
Het is de laatste dagen alsof ik jarig ben, met al die cadeaus. Vanavond kreeg ik van Allard en Marian de DVD van 'American History X', met mijn favoriete acteur Edward Norton en een lijst met daarin een citaat uit 'Les Miserables' van Victor Hugo: "La Garde meurt et se ne rend pas". In dit geval zeer treffend van toepassing op de situatie bij Stads Radio Rotterdam, dat vanaf 1 januari niet meer zal bestaan, na een roemruchte geschiedenis.

De afgelopen zeven jaar was ik er zelf werkzaam. Ik maakte nog net het hoogtepunt mee, in de tijd dat er behalve Stads Radio nauwelijks een andere zender in Rotterdam te ontvangen was op FM. Ik leerde er de fijne kneepjes van het DJ-vak. Eerst van Koen van Tijn en daarna van Bernard Jan, die later naar Intermax kwam waar we nog jaren een tandem vormden. Stads Radio, waar ik mijn creatieve ei kwijt kon in de vormgeving en waar ik mijn overtollige energie kon lozen.

De afgelopen maanden heb ik op afstand mijn bijdrage geleverd aan de poging om een doorstart te realiseren. Om verschillende redenen is dit tot nu toe niet gelukt. Maar de gesprekken met Allard, Marian, Lydia en Dick hierover, waren behalve bijzonder intensief, vooral ook stimulerend. Ik hoop dat zij er ook een positief gevoel aan overhouden. Dat iets van het strijdvaardige gevoel blijft hangen. En er komt wel weer iets nieuws! In welke vorm dan ook...

Zesennegentig pagina's

"Ik heb een cadeautje voor je," zei ik tegen Arjan. Ik kwam niets kopen, maar alleen mijn boek afgeven. Hij reageerde verbaasd. "Jíj gaat toch weg," vroeg hij? "Dat klopt," zei ik. "Maar dan hoor je toch cadeaus te kríjgen en niet te geven?" Ik knikte. "In principe natuurlijk wel, maar ik overhandig je dit boekje omdat je er zelf ook in voorkomt! Ik heb het zaterdag tijdens mijn afscheid gekregen." Hij pakte het aan. Ik verwees hem naar pagina 73 en 74, waar twee verhalen over 'Drinkland' staan, mijn vaste leverancier van energiebevorderende vloeistoffen.

Het was het klapstuk van een geweldige avond: de presentatie van mijn eerste boek. Het was ook het best bewaarde geheim. Al enige weken geleden had ik uitgevonden dat zaterdag geen gewone dag zou zijn, maar ik was absoluut verbaasd toen ik zesennegentig pagina's met mijn eigen weblog-verhalen voorgeschoteld kreeg in een bundel met Red Bull-uitstraling. Gevolgd door een grote kartonnen doos met tientallen exemplaren om verder uit te delen. Ook de loodgieter, die op pagina 85 staat, kreeg er vanmorgen één nadat hij de kachel had gerepareerd.

John riep het zaterdag treffend door de loopmicrofoon, toen ik net na acht uur binnenstapte: "Van Miriam heb ik begrepen dat Sander de afgelopen weken tot vervelens toe heeft geïnformeerd naar de opbouw van deze avond. En toen hij van Miriam de reactie kreeg dat ze het niet wist, zei hij: slechte organisatie!" Het tekent mijn persoonlijkheid. Het woord 'controlfreak' is dan ook meerdere keren gevallen, naast een hoop mooie woorden. Want de toespraken en reacties van klanten en relaties waren hartverwarmend, tijdens een overigens perfect georganiseerd evenement.

Het was een prachtige afsluiting van tien jaar actieve betrokkenheid en acht jaar trouwe dienst. Bedankt voor jullie aanwezigheid en de cadeaus: Ronald, Michel en Sabine, Michel K., Marc, Arthur, Chris, Richard en Lieke, Arjan, Rob, Paul en Clau, Niels en Niels, Wout, Annelies en Thijs, Marleen en Pa, Mamma! Bedankt Ard voor de samenstelling van het boekje, Herwin voor de collage en de foto's op de avond zelf, Brenda voor de mooie fles en het lieve kaartje, René voor de discoshow, Jeanet voor de hapjes en Jane voor al het voorwerk! Bedankt collega's.

En bedankt Ludo en John! Bedankt voor tien fantastische jaren bij Intermax en achttien jaar samen. Jullie zijn nog niet van me af...

10.12.04

Zuurpruim met slechte zangstem

De behoefte aan vakantie begint te dringen. Nog twee werkdagen en een dagje vrij om de laatste boodschappen te doen. De tijd tot donderdag blijkt nu al veel te kort.

Zodadelijk naar Youp van 't Hek in het 'Nieuwe Luxor'. Omdat Miriam hem zo leuk vindt, niet omdat het míjn favoriet is. Ik vind de man over het algemeen een zuurpruim met een bijzonder slechte zangstem en iets te veel moraal. Gelukkig is het Youp en niet Freek, anders had ik naar de valium gegrepen.

Morgen mijn 'geheime' Intermax-afscheid. "Prettig weekend en tot maandag," riep ik luid bij vertrek vandaag. Er werd wat besmuikt gelachen. Een week of wat geleden kwam ik er bij toeval achter, omdat iemand haar mond voorbij praatte. Sindsdien beleef ik veel genoegen aan mijn vraag: "Ben je erbij zaterdag?"

Maandagavond een afscheidsborrel bij Stads Radio Rotterdam. Het nieuwe jaar zal vooral vreemd zijn omdat er twee werkplekken tegelijk wegvallen. In fysieke zin wordt het wennen. Ik ben wat onrustig aangelegd en vlucht in het weekend of op doordeweekse avonden graag enkele uren naar het Weena of het Haringvliet.

'Murder on a Sunday Morning'

Op de dag waarop bekend werd dat de Vlaardinger Cees B. vier jaar onterecht heeft vastgezeten voor de moord op een tienjarig meisje uit Schiedam, zond de VPRO toevalligerwijs de documentaire 'Murder on a Sunday Morning' uit. Het thema van beide verhalen komt op vitale punten overeen. Zowel Cees B. als Brenton Butler - de hoofdpersoon uit de documentaire - worden ten onrechte gearresteerd. Dit is rechtstreeks terug te voeren op slecht recherchewerk. In de zaak tegen Cees B. geeft DNA-onderzoek uiteindelijk de doorslag, bij Brenton Butler is het zijn pro deo-advocaat die voor een doorbraak zorgt.

De 15-jarige afro-amerikaanse Butler wordt op een zondag in mei 2002 opgepakt door de politie in Florida, omdat hij verantwoordelijk zou zijn voor de roofmoord op een bejaarde toeriste. Hij wordt geïdentificeerd door de enige getuige en hij ondertekent bovendien een bekentenis. Daarmee lijkt de zaak afgedaan. Tot zijn advocaat Patrick McGuinness zich vastbijt. Dan komt aan het licht dat de politie geen enkele aanwijzing heeft nagetrokken, geen buurtonderzoek heeft gedaan, niet de ouders van Butler heeft ondervraagd en niet actief op zoek is gegaan naar het ontbrekende moordwapen.

De advocaat beweegt zich door de rechtszaal als een jonge Matlock. Gedecideerd, innemend, maar vooral gespitst op onrecht. McGuinness is op z'n best wanneer hij de betrokken rechercheurs onder handen neemt. Hij laat de agenten Williams, Glover en Darnell op ingenieuze wijze alle hoeken van de kamer zien. Het mooiste moment uit de documentaire wordt gevormd door de ondervraging van Darnell. McGuinness toont aan dat de zogenaamde bekentenis van Butler volledig door deze rechercheur zelf is opgesteld en dat geen enkel woord uit de verklaring door de verdachte is uitgesproken. Daarnaast maakt hij aannemelijk dat Butler met enkele rake klappen tot ondertekening is gedwongen.

De film van de franse regisseur Jean-Xavier de Lestrade slaagt er in om een uniek beeld te schetsen van het Amerikaanse justitiële apparaat. Door de rustige montage, het ontbreken van een commentaarstem en de beelden van het proces die worden afgewisseld met commentaar van advocaat McGuinness, word je als kijker in het verhaal gezogen. De opluchting is dan ook groot als de jury Brenton Butler vrijspreekt. De rechter besluit met de woorden dat hij trots is op het Amerikaanse rechtssysteem, dat hij als het beste ter wereld beschouwt. Mijn gedachten dwaalden af naar Cees B., die op dat moment nog vastzat.

'Murder on a Sunday Morning' werd in 2001 bekroond met een Oscar voor de beste lange documentaire.

7.12.04

'Net klaar met werken'

Terwijl ik 'Primera' op de Oude Binnenweg binnenliep om sigaretten te kopen, botste ik op tegen Geert-Jan. Hij was van top tot teen ingepakt. De capuchon van zijn bubblecoat had hij opgezet en strak aangetrokken. "Hé," riep Geert-Jan. "Hoe is het ermee," vroeg ik? "Net klaar met werken," was het antwoord. Hij toonde me zijn handen. De randen van zijn nagels waren gitzwart. Het leek alsof hij in een plantsoen aan de slag was geweest.

Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat de vrouw achter de toonbank het tafereel met enige verbazing gadesloeg. "Ik zie je zo daar nog wel even," zei Geert-Jan, terwijl hij met een wijds armgebaar in de richting van het Weena wees. "Dan kan ik je m'n pas even laten zien." Ik reageerde instemmend, waarna hij met soepele tred de winkel verliet. "Een pakje Marlboro," zei ik tegen de verkoopster, die me inmiddels met opengevallen mond aangaapte.

Geert-Jan ben ik - uiteraard - niet meer tegengekomen.

[Zie ook: Dossier Geert-Jan]

6.12.04

Kort nieuws op maandag

Zaterdagochtend had ik een nieuw tekstbericht. Terwijl ik nog wat warrig was na een onrustige nacht, las ik dat Kitty en Mike een dochter hadden gekregen: Anouk. Zojuist de eerste foto gezien. Menno merkte fijntjes op dat Anouk net zo veel haar heeft als haar vader. Het is te hopen dat één en ander nog wat bijgroeit dan, de komende tijd!

Dezelfde Menno verbaasde mij toen hij zojuist toegaf nog nooit van Willem Duyn te hebben gehoord. "Mouth & McNeal," probeerde ik hem te helpen. Een vragende blik. Ik zong 'How Do You Do', maar het haalde weinig uit. Zaterdagavond zag ik een herhaling van het geweldige programma 'Single Luck' van Tonko Dop, met het Songfestival-duo van weleer in de hoofdrol. Dag Willem!

Gisteravond bleek er een Sinterklaasviering bij mijn vader te zijn. We werden overladen met kado's. Heerlijk gegeten ook. Voor het eerst in jaren stond er weer eens gehaktbrood op tafel. Mijn maag dacht na afloop een kerstdiner te hebben ingenomen. Ik ben benieuwd naar de kerst in Nieuw-Zeeland. Geen idee overigens waar we zijn, op 25 december.

Zojuist las ik op de weblog van Bibi, dat zij vanaf 17 december een paar dagen in Singapore is. Ik heb voorgesteld wat te gaan drinken, aangezien wij er dan ook zijn. Met Annechien een losvaste afspraak voor Nieuw-Zeeland gemaakt. Waar en wanneer blijft vooralsnog onduidelijk. En verder is het weer maandag. De meest gestelde vraag is nog steeds: "Hoe is het met je zwerver?" Ik heb Geert-Jan vandaag nog niet gezien...

[Zie ook: Dossier Geert-Jan]

4.12.04

Geheimzinnige excursiesfeer

De zwoele vrouwenstem van KPN vulde mijn rechter oorschelp. "U heeft één nieuw voicemailbericht," zei ze. Piep. "Ja, dit is Bas van Halderen! Ik loop in de buurt van de Korte Lijnbaan en ik vroeg me af of Geert-Jan er ook staat. Want dan ga ik er eens even langs. Effe een praatje aanknopen. Hartstikke gezellig! Hoe meer stalkers hoe beter, zeg ik altijd maar! Nou ik loop nu weer de andere kant op, maar mocht je dit binnen nu en tien minuten horen, bel dan even terug."

Ik hoorde het bericht binnen de gestelde tijdslimiet en sprak Bas terwijl hij de nieuwe vestiging van ‘Subway’ op het Stadhuisplein binnenging. Even later voegde ik mijzelf bij hem. Hij werkte juist de laatste hap van zijn broodje chorizo weg en had nog een halve cappuccino staan. We hadden het even over Sinterklaas en feestjes en liepen vervolgens samen weer naar buiten. Er hing een soort geheimzinnige excursiesfeer. We deden een zwerverspeurtocht. Volg de aanwijzingen en vind de geheime schat. U verdient twintig punten!

De afgelopen dagen hadden we elkaar regelmatig telefonisch gesproken over Geert-Jan. Bas, die al een jaar of achttien als klankbord fungeert, had me weer eens goed op weg geholpen en het leek me dus niet meer dan eerlijk dat ik hem het onderwerp van onze conversaties met eigen ogen zou laten zien. "Ik ga niet uitgebreid met hem praten," waarschuwde ik terwijl we richting Schouwburgplein liepen. "Ik wil hem niet afschrikken." Bas knikte. "Als ik eenmaal weet wie het is, stap ik morgen zelf wel op hem af," grapte hij.

Mijn ogen zochten naar de kenmerkende rugzak die hij altijd bij droeg. We wandelden richting het Plaza. "Even sigaretten kopen," zei Bas. Toen we terugkwamen van de Etos, was hij zo vriendelijk om me vast even in te dekken. "Zal je altijd zien! Heb je die Geert-Jan eindelijk een keer écht nodig, vind je hem niet." De schuifdeuren gingen open. "We gaan nog even richting de Pauluskerk, zei ik. Het volgende moment stootte ik Bas aan. "Kijk, daar staat 'ie. Hij is aan het vegen!" We staken casual de straat over.

Geert-Jan had een bezem in zijn hand en veegde de stoep van een winkel op de hoek van de Kruiskade. Hij leek helemaal op te gaan in zijn buitenactiviteit. "Ik ken hem niet," fluisterde Bas. We passeerden. "Hé Geert-Jan," riep ik joviaal. Hij schoot uit zijn gebogen veegstand overeind en keek om zich heen waar de groet vandaan kwam. Toen hij me zag, lachte hij vriendelijk en groette terug. Eenmaal uit het zicht suggereerde Bas om van dit uitje een officiële tour te maken. Ik bedacht waar de bussen zouden parkeren...

'Een geweldig dagje uit!'
"Van de eerste tot de laatste minuut was alles perfect geregeld. De catering was top en dat is nu eenmaal niet onbelangrijk, de tourleiding was deskundig en bijzonder vriendelijk en als je dan ook nog een maximale score hebt qua zwervers, dan kun je alleen maar tevreden terugkijken op een geweldig dagje uit. Zwerver Spotting BV, bedankt! En ik kom zeker een keer terug!
Pierre van Dalen, Maastricht


[Zie ook: Dossier Geert-Jan]

2.12.04

'Afspraak is afspraak'

"Hé, Geert-Jan," riep ik. Hij liep gehaast in de richting van de Pauluskerk. "Hé," reageerde hij enigszins verbaasd. "Hoe is het met de legitimatie," vroeg ik? Ik zag hem twijfelen. In zijn mondhoek hing een halve joint. "Ik heb hem," zei Geert-Jan opgetogen. "Echt waar," vroeg ik op mijn beurt verwonderd? Hij knikte.

We naderden inmiddels de bioscoop op het Schouwburgplein. Hij trok al lopend een portemonnee uit zijn achterzak. "Kijk," zei Geert-Jan, "m'n pasje van de Pauluskerk." Ik keek hem onderzoekend aan. "Die had je toch al?" Hij schudde heftig zijn hoofd. "Nee, zeker niet!" Hij haalde nog een pasje te voorschijn dat beslist geen legitimatie was.

"Je hebt 'm echt opgehaald?" Ik informeerde nog maar even. "Ja," zei Geert-Jan, "en ik ben net ook naar de soos geweest." Uit een andere zak toverde hij een flinke stapel bankbiljetten. "Ik moet 'm ergens hebben," mompelde hij, terwijl hij verwoed verder zocht. Ik zag hem denken over de vraag hoe hij weer van me af zou komen.

Met een verontschuldigende blik besloot hij tijd te kopen. "Ik kan m'n legitimatie even niet vinden," zei hij. "Maar ik heb 'm zeker weten opgehaald!" Ik probeerde vergoelijkend over te komen. "Van de week kom ik je wel weer tegen," zei ik. Hij knikte enigszins meewarig. "Dat is goed," zei Geert-Jan, "want afspraak is afspraak!"

De 'drill' van dominee Visser?

[Zie ook: Dossier Geert-Jan]

Een ivoren voetenbankje

Wat me opviel tijdens een avond Prins Bernhard:

Tijdens de eerste dagen van de oorlog werd de prins scherp in het oog gehouden. De Engelsen waren niet helemaal zeker dat deze Duitser te vertouwen was. Dat bleek echter wel het geval. Zijn bewaker heette Ian Fleming. Als schrijver zou hij later het karakter van James Bond op Bernhard hebben gebaseerd.

Jan-Peter Balkenende:
"Toen ik onlangs in het ziekenhuis lag, belde de prins om te informeren hoe het met me was. Dat ging zelfs zo ver, dat hij ook de artsen wilde spreken."

Met de Britse prins-gemaal Philip richtte Bernhard in 1961 het Wereld Natuur Fonds op. Een royaltydeskundige op SBS6 beschreef hoe hij er in zijn werkkamer tegelijk een ivoren voetenbankje op nahield.

Maartje van Weegen in gesprek met een zieke prins:
"Hoe gaat het met u?"
"Slecht."
"Hoe slecht?"
"Redelijk slecht."

"Soestdijk, daar ben ik echt thuis," vertrouwde Bernhard handenwrijvend aan Rik Felderhof toe. "Home, zoals de Engelsen zeggen." Het paleis blijft leeg achter.

1.12.04

Plassen tegen de achtergevel

Geert-Jan heb ik vandaag niet meer gezien. Toen ik begin van de middag kantoor binnenstapte, informeerde ik bij Jennifer of hij was geweest. "Nee, ik heb geen zwerver gezien," zei ze. "Wel fijn dat je even vertelt dat er één langs kan komen, want anders zou ik zeker niet zomaar open doen." John, die ik in de keuken tegenkwam, heb ik ook maar even geïnformeerd. "Het zou kunnen zijn dat er eerdaags een dakloze binnen staat," vertelde ik hem. "Doe je dan wel een beetje aardig? Hij heet Geert-Jan." John is de man die met de politie belt als er een junk staat de plassen tegen de achtergevel. Het verzoek om vriendelijk te zijn, leek me dan ook niet overbodig.

Gisteravond heb ik me enige tijd verdiept in de wereld van de dak- en thuislozen. Het viel me daarbij op dat er maar weinig informatie te vinden is op het web. Volgens John is dat logisch. "Als je zwerver bent, heb je meestal geen internet," merkte hij fijntjes op. Toevallig kwam ik echter een website tegen van een instantie die daklozen e-mail biedt. Het bestaat dus wel! Daarnaast heb ik geleerd dat er drie plaatsen zijn voor nachtopvang in de stad en ik ken de website van de Pauluskerk inmiddels van buiten. Via Bas heb ik een lijntje richting Straatmagazine uitgezet. Ik wil graag meer weten over de achtergrond van Geert-Jan, zodat ik weer op voorsprong sta.

Die legitimatie gaat er komen.

[Zie ook: Dossier Geert-Jan]